Caroline Nevejan on 13 Jan 2001 12:49:54 -0000


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] OrO/OrO Teacherslab, Hogeschool van Amsterdam


OrO/OrO
het Teacherslab van de Hogeschool van Amsterdam

25, 26, 27 januari 2001

Conferentie: Theater Carré

Practicum: HvA gebouw de Leeuwenburg

Info: http://www.teacherslab.hva.nl

 

Amsterdam, 8 januari 2001

Op 25, 26 en 27 januari gaan alle docenten en een groot aantal medewerkers
(meer dan 1000 mensen) deelnemen aan een intensieve denktank -een Teacherslab-
over de toekomst van het onderwijs. De 18.000 studenten van de Hogeschool van
Amsterdam doen tijdens het Teacherslab opdrachten buiten de deur.

Verder krijgen alle docenten in die dagen een training in de basisprincipes van
internet en de informatie-samenleving. Het gaat daarbij niet over de hype van
de nieuwe economie, maar over hoe de virtuele ruimte extra waarde kan toevoegen
aan het onderwijsproces. Hoe kunnen we kwaliteit en eigen stijl waarborgen in
de zich ontwikkelende informatiesamenleving? En vooral: hoe kunnen docenten hun
visie ontwikkelen en formuleren om daarmee toekomstig onderwijsbeleid te kunnen
inspireren?.

 

Het Teacherslab bestaat uit twee onderdelen: een conferentie in Theater Carré
en een 'practicum' in de HvA locatie Leeuwenburg. Doel van beide is:
inspiratie, kennis- en ervaringsuitwisseling, versterking van het netwerk dat
de docenten gezamenlijk vormen, en het verstevigen van het fundament onder de
al in gang gezette onderwijsvernieuwing op de Hogeschool van Amsterdam.
Katalysator in deze ontwikkeling is de afdeling Onderwijsresearch en
Ontwikkeling:  OrO. De conferentie kan live via internet gevolgd worden.

 Meer informatie op: http://www.teacherslab.hva.nl , http://www.hva.nl,
http://www.oro.hva.nl

Toegang: Het Teacherslab is in principe een besloten bijeenkomst voor de
Hogeschool van Amsterdam en haar partners (o.a. Universiteit van Amsterdam,
Hogeschool Holland).

De conferentie in de ochtend in Carre biedt de gelegenheid ook andere
geinteresseerden te ontvangen. Bent U geinteresseerd dan kunt U mailen naar:
s.van.schie@oro.hva.nl.

Over het practicum en de achtergronden van het Teacherslab wordt
donderdagmiddag 25 januari om 17 uur een presentatie verzorgd door Caroline
Nevejan in gebouw de Leeuwenburg van de Hogeschool van Amsterdam, bij het
Amstelstation. Deze presentatie is toegankelijk voor pers en andere
geinteresseerden.

Ter gelegenheid van OrO/OrO Teacherslab verschijnt de publicatie
"Onderwijsvernieuwing in de Informatiesamenleving - een verkenning", geschreven
door Caroline Nevejan  met Veronica Bruijns en Max Bruinsma.  Onderwijsresearch
en Ontwikkeling, HvA. De publicatie geeft een overzicht van ontwikkelingen in
ICT-gerelateerde onderwijsvernieuwing, en brengt deze in verband met
maatschappelijke, culturele en technologische ontwikkelingen. De publicatie is
op aanvraag beschikbaar bij: Anneke Hoogendoorn, 020-5702 522

 

De Conferentie in Carré
In de ochtend van het Teacherslab spreken gasten uit binnen- en buitenland ter
inspiratie. De conferentie is georganiseerd in samenwerking met Stichting Doors
of Perception, en belicht op drie achtereenvolgende dagen drie thema's die
centraal staan in het debat over onderwijs-vernieuwing in de
informatiesamenleving: Zoeken en Vinden, Redigeren en Uitwisselen, Leren en
Netwerken.

De conferentie is live te volgen via internet: www.teacherslab.hva.nl

Binnenlandse sprekers zijn: Willem Velthoven (van Mediamatic, over hype en
ontwerp), Roel Pieper (TU Twente, over de learning economy), Bert Mulder
(Tweede Kamer, over waarden en normen), Erwin Blom (VPRO, over muziek en
jeugdcultuur), Iris van den Hoek (IJsfontein) i.s.m. Marjolein Hennevanger
(UvA) en Stijn Windig (Lemonade Animations, over games), Lara van Druten (over
de Network University).

Sprekers van de Hogeschool van Amsterdam zijn: Simon Korteweg (College van
Bestuur, over innovatie en educatie), Ron Bormans (College van Bestuur), Geri
Bonhof (College van Bestuur, over follow up en leren leren), Douwe Wielenga
(Educatieve Faculteit, over portfolio's), Nelleke van Bladeren (Media &
Informatie Management, over bibliotheek en classificatiesystemen),  Robin van
Schijndel (Mediatheek, over toekomst mediatheek), Fons Vernooij (Management &
Economie, over veranderende rol van docenten), Ton Visser (Bedrijfskunde &
Logistiek, over Faninc), Pieter Rotteveel (Information Engineering, over
student als onderwijs ontwerper), Warnar Moll (Onderwijsresearch &
Ontwikkeling, over Blackboard, WebCT, BSCW en Holo-e), Peter Posthuma (ICT
Beheer, over intranet) en Mike de Kreek (Onderwijsresearch en Ontwikkeling,
over intranet)

Buitenlandse sprekers zijn: Sonia Livingstone (London School of Economics, over
mediagedrag van kinderen), Robin Nobles (van Searchengine Watch, over wat je
wel en niet met zoekmachine's kunt vinden), Sugata Mitra (National Institute
for Technology in India, over Indische straatkinderen en internet), Stephen
Heppell (Ultralab in UK, over kinderen en docenten als ontwerper), Steven
Johnson (van Feed Magazine, over nieuwe redactionele concepten), Robin Kullberg
(Art Techology Group, Boston, over de Harvard Business School Online), Tilly
Blyth (London School of Economics, over Fathom, de nieuwe onderwijsbrowser),
Chris Wolz (Online Community Report, over hoe je communities ontwerpt en
ondersteunt), John Thackara (Doors of Perception, over hoe je kennis kunt
verzilveren in de nieuwe economie).

Het Practicum

Drie dagen lang gaan in het Teacherslab 1000 docenten, in 50 werkgroepen van
20, met elkaar oefenen en brainstormen. In het practicum, ontwikkeld door
Mediamatic, zullen zij gedachten en ideeën formuleren over onderwijsvernieuwing
in de informatiesamenleving, waarvan de resultaten direct op het interne
netwerk gepubliceerd zullen worden.

Het practicum is georganiseerd rondom de drie centrale thema's: Zoeken en
Vinden, Redigeren en Uitwisselen, Leren en Netwerken, die in het
ochtendproagramma vanuit verschillende perspectieven worden belicht. Speciaal
voor het practicum is door Mediamatic een nieuw redactioneel systeem ontworpen.
De door hun voor deze gelegenheid ontwikkelde software en interface stelt de
deelnemers in staat om direct in het netwerk te publiceren. Het practicum en de
bijbehorende interface zijn zo ontworpen dat ook wie geen enkele ervaring met
internet heeft kan meedoen, terwijl het tegelijkertijd inhoudelijk interessant
is voor de wizards die ruime ervaring hebben met het internet.
In de werkgroepen verdiepen de deelnemers zich gezamenlijk in het thema van die
dag en doet oefeningen met communicatie-technische en inhoudelijke aspecten
ervan. Parallel publiceren de docenten hun ideeën over het thema onmiddelijk op
het interne netwerk. De deelnemers reflecteren gezamenlijk over wat het
betekent om in deze snel veranderende omstandigheden docent te zijn en
verzamelen onderwijsideeën voor de komende jaren. Na drie dagen staan er op het
netwerk meer dan 5000 teksten van docenten over het onderwijs, hun ervaringen,
nieuwe mogelijkheden en de toekomst.

Achtergrond 

De problemen van het hoger onderwijs zijn niet gering. Er worden op papier 
voortdurend nieuwe organisatievormen bedacht, maar binnen de bestaande
organisatie - op de werkvloer - is voor de conceptuele onderwijsvernieuwing
veelal bijzonder weinig tijd. Daar worden onderwijsgevenden geconfronteerd met
veranderingen, zonder direct betrokken te zijn bij het formuleren ervan. De
docenten zijn al te vaak het sluitstuk van beleid.

Om het inzicht en de expertise van docenten als 'kenniswerkers' te laten
floreren, is het noodzakelijk dat deze voortdurend worden gevoed. Als niet
voldoende in docenten wordt geïnvesteerd  - de gemiddelde leeftijd van de
docenten in het hoger onderwijs ligt boven de 50 jaar! - dreigt een generatie
professionals en twee generaties studenten ernstig achterop te raken. Dat is
geen optie. Investeren in docenten en leerkrachten moet door het gehele
onderwijs als dringende prioriteit erkend worden.

Het Teacherslab van de HvA wil deze achterstand helpen doorbreken, ten eerste
door te erkennen dat de docenten het 'human capital' van het onderwijs zijn, en
dat zonder hen aan geen enkele onderwijsverniewing gestalte is te geven. De
docenten zijn degenen "die de liefde voor de student hebben" en expertise over
het leer-proces. Juist door ontwikkelingen als internet wordt de waarde van de
persoonlijke aandacht van de docent weer veel groter en noodzakelijker. De rol
van de docent ontwikkelt zich meer en meer in de richting van het 'coachen' van
leerprocessen van individuele studenten, in plaats van het collectief doorgeven
van kennis. Dit is in lijn met een maatschappelijke en culturele tendens die
meer waarde toekent aan communicatieve en redactionele vaardigheden binnen een
beroep, dan aan gestolde kennis.

Door het onderwijs vanuit een cultureel perspectief te bezien, ontstaat een
ander beeld van de leerkracht en van de problematiek in het onderwijs. Er is
sprake van een mediakloof tussen studenten en docenten, tussen kinderen en
leerkrachten, tussen de  onderwijscultuur en de buitenschoolse cultuur van
kinderen en studenten. Ook het verschil in de wijze waarop deze culturen tot
stand komen en communiceren is erg groot. Games, TV, Internet, mobiele diensten
en nu ook commerciële onderwijsinitiatieven gaan heel anders om met leer- en
veranderingsprocessen dan de geïnstitutionaliseerde onderwijswereld. Door deze
groeiende cultuur- en communicatiekloof wordt de druk op het onderwijs steeds
groter. Zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit de studenten veranderen de
verwachtingen en eisen die men stelt aan goed onderwijs razendsnel. De huidige
geïnstitutionaliseerde onderwijswereld heeft daar vaak nog geen goed antwoord
op

Niet lang geleden werd op een groot congres van educatieve uitgevers
geconcludeerd dat er niet voldoende wordt geluisterd naar het onderwijs zelf.
Een parallelle conclusie was, dat ook het onderwijs niet weet hoe ze haar vraag
aan de markt moet formuleren. Tussen het onderwijs en de educatieve uitgevers
is daardoor een patstelling ontstaan: commerciële initiatieven van
elektronische leeromgevingen schieten als paddestoelen uit de grond, zonder dat
er veel sprake is van afstemming op de markt voor deze producten - het
onderwijsveld.

Vandaar het OrO/OrO Teacherslab. Om de cultuur van de docenten en de studenten
met elkaar te verbinden en vanuit het onderwijs wensen en eisen te formuleren
tegen de achtergrond van de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen.

Tot slot hebben wij niet de indruk dat de ontwikkelingen zoals hier geschetst
uitsluitend zouden gelden voor de Hogeschool van Amsterdam - ze zijn
exemplarisch voor vele andere hogescholen, maar bijvoorbeeld ook voor al die
middelbare scholen die met het studiehuis te maken hebben, voor de ROC's, en
zelfs ook voor veranderingen in de basisschool. De resultaten van het
Teacherslab kunnen hopelijk van belang zijn voor het onderwijsveld als geheel. 



Hogeschool van Amsterdam

De Hogeschool van Amsterdam (19.000 studenten in meer dan 70 opleidingen) heeft
sinds 1996 het onderwijsconcept "leren leren", het onderwijsconcept van de
informatiesamenleving, breed ingevoerd. De studenten zijn zelf verantwoordelijk
voor het vormgeven van hun leerproces - ze leren te leren, en de docent en de
onderwijs-organisatie faciliteert hen daarbij. Dit heeft geresulteerd in
allerlei vormen van projectonderwijs, nieuwe relaties en combinaties tussen de
student, het beroepenveld en het bedrijfsleven, nieuwe docentrollen en nieuwe
onderwijsvormen zoals simulatiegames.

Er is gekozen om het onderwijsconcept leren leren in te voeren en niet direct
op grote schaal van ICT gebruik te maken; de Hogeschool van Amsterdam heeft
zich eerst conceptueel in de inhoudelijke perspectieven van de
informatiesamenleving verdiept, alvorens de media die daarbij horen - en die
nogal aan verandering onderhevig zijn - erbij te halen.

De afgelopen twee jaar is in een aantal instituten van de Hogeschool van
Amsterdam experimenten gestart met ICT-toepassingen in het onderwijs. Het meest
opvallend daarin is het digitale portfolio, ontwikkeld door de Educatieve
Faculteit Amsterdam (EFA), waarin de student haar of zijn werk 'boekstaaft'.
Met dit portfolio bewijst een student zijn of haar vaardigheid voor toekomstige
beroepsgenoten. In zo'n portfolio kunnen zowel formele als informele
leerervaringen worden opgenomen als bewijsvoering voor het behalen van
kwalificaties. Deze benadering behelst een omslag van testen op geleerde kennis
naar het testen van bewijs van de vaardigheid, dat je je kennis zelf eigen kunt
maken op het moment dat je die nodig hebt.

Een ander opvallend experiment vindt plaats bij de Johan Cruyff University en
het Instituut voor Management en Economie. Plaats- en tijdonafhankelijk kunnen
studeren is voor deze studenten een voorwaarde. Zij maken uiteraard gebruik van
een virtuele leeromgeving. Om het onderwijs beter te kunnen faciliteren is de
rol van de docent verdeeld over meerdere personen die de student op specifieke
functies in de fysieke en de virtuele ruimte ondersteunen: als coach, trainer,
instructeur, consultant en assessor.

Het moge duidelijk zijn dat dergelijke concepten op termijn grote veranderingen
teweeg zullen brengen in onderwijsorganisaties.