Geert Lovink on Thu, 24 Jun 1999 11:08:23 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

nettime-nl: Eric Krebbers & Merijn Schoenmaker: MAI Campagne potentieelanti-semitisch


From: konfrontatie <konfront@xs4all.nl>

Eric Krebbers & Merijn Schoenmaker: Campagne tegen MAI is potentieel
antisemitisch

De Fabel van de illegaal en andere linkse organisaties die meedoen aan
internationale campagnes tegen vrijhandelsverdragen als het MAI, worden
regelmatig geconfronteerd met de welwillende interesse van extreem-rechts.
De ongevraagde liefdesbetuigingen komen niet zomaar uit de lucht vallen.
Kritiek op vrijhandel is al lang een specialiteit van extreem-rechts, en
blijkt bovendien gemakkelijk uit te kunnen monden in antisemitisme.

Straks worden wij allemaal "slaven" van de "internationale geldmagnaten in
de Rivičra", voorspelde NSB-ideoloog Hylkema al in 1934. Vrijhandel zou
volgens hem de ondergang worden van de Nederlandse fabrieken en
boerenbedrijven. Nederlandse waar zou op de vrije markt verdrongen worden
door goedkope import.

Alleen een fascistische economie kon volgens hem nog redding brengen. "Wij
dienen onze volkshuishouding zo te beheersen, dat niet ons volk verarmt
omdat een vaderlandsloze groep ons volstopt met import. Zó, dat niet onze
fabrieken stilgelegd worden omdat in Oosterse landen koelies werken voor
enkele dubbeltjes per dag." Hylkema riep op tot verzet tegen "de handels-
en bankwereld, die nog altijd de lof zingt van het beginsel van de open
deur. Maar de boer voelt, dat als het zo door gaat, het einde nabij is."  
"Denk niet dat dan de importhandels- en trustkapitalen ons zullen helpen.
Die zijn wel zó mobiel. In één vliegmachine brengt men in enkele uren een
heel miljard papieren waarden over de grens. Heel Nederland kan dan door
internationale speculanten voor een appel en een ei gekocht worden en wij
Nederlanders zullen zijn geworden een volk van armen en afhankelijken",
aldus een verontwaardigde Hylkema.

Wanneer hij een halve eeuw later nog eens had kunnen rondneuzen op
internet, dan zou Hylkema bij het zien van veel van de anti-MAI sites
goedkeurend geknikt hebben. Ook zijn huidige opvolger Marcel Rüter blijkt
ervan gecharmeerd. Rüter is lid van de organisatie Voorpost en is een van
de vooraanstaande ideologen van Nederlands nieuw-rechts. Hij raadde zijn
lezers aan om eens naar de homepage van "MAI niet gezien!" te surfen. De
nationalistische studenten van de NLSV linkten daarop zelfs hun homepage
aan die van de campagne.

De polderfascisten staan niet alleen in hun afkeer van het MAI. Ook de
Republikaner in Duitsland en het Front National in Frankrijk spraken zich
uit tegen het MAI. In sommige landen kwamen nieuw-rechtsen zelfs doodleuk
een kijkje nemen op campagnebijeenkomsten.

Staat versus globalisering?

In extreem-rechtse kringen wordt al geruime tijd geprobeerd de oude
fascistische ideologie in een nieuw jasje te steken. De uitgangspunten en
begrippen van de huidige campagnes tegen de vrijhandel lijken zich daar
prima voor te lenen. Die zijn niet persé links en blijken zich zelfs erg
gemakkelijk in te laten passen in het traditionele extreem-rechtse
wereldbeeld.

Neem bijvoorbeeld het modieuze begrip "globalisering van de economie", dat
bij de campagnes tegen het MAI zo'n centrale plaats krijgt toegewezen.
Achter de term globalisering gaat het onterechte idee schuil dat het
kapitalisme van oorsprong lokaal is, en pas recentelijk bezig is om zijn
tentakels over de hele wereld te verspreiden. In werkelijkheid is het
kapitalisme echter altijd al mondiaal geweest en heeft het zich alleen
kunnen ontwikkelen via de uitbuiting van het zuiden.

Door die vermeende globalisering als hoofdprobleem aan te wijzen, maken de
anti-MAI activisten ons denken ook rijp voor de ermee samenhangende
logische consequentie: de strijd voor een lokale "eigen" economie, en in
het verlengde daarvan voor de "eigen" staat en cultuur. Sommige bewegingen
in de arm gemaakte landen, die strijden tegen het MAI, trekken precies die
conclusie. Dat is gezien de omstandigheden daar misschien enigszins
begrijpelijk, maar zeker niet progressief.

In de rijke landen kan het promoten van de strijd tegen de globalisering
een voedingsbodem bieden aan extreem-rechts. In die hoek werd altijd al
veel waarde gehecht aan een zelfvoorzienende economie. "Geen import van
zaken die onze eigen mensen kunnen voortbrengen, zielsgraag willen
voortbrengen, voortreffelijk kunnen voortbrengen. Want er is geen beter
arbeider ter wereld dan de Nederlandse", meende Hylkema al.

Zestig jaar later schrijven de ideologen van Voorpost over de "mondiale
globalisering van het Amerikaanse kapitalisme" en pleiten ze voor een
"volkskapitalisme op grote schaal en werknemersparticipatie op kleine
schaal", want dat zou de beste "garantie bieden voor het behoud van een
eigen industrie".

In de eerste landelijke actiefolder schreef "MAI niet gezien!" dat het
verdrag "enorme belemmeringen" zou opleggen aan staten om "zelf richting
te geven aan hun economie". Maar volgens Rüter wil "de politieke elite
niet langer leiden of beslissen: ze heeft haar macht verruild voor een
onmachtige dienstbaarheid aan een economisch systeem dat omwille van haar
mondiale hegemonie de specificatie "kapitalisme" overbodig maakt".  Het is
opvallend dat zowel de anti-MAI activisten als de nieuw-rechtse ideoloog
menen een scherp onderscheid aan te kunnen brengen tussen de staat en het
economische systeem, het kapitalisme. Maar dat onderscheid is er in
werkelijkheid niet. De moderne staat en het kapitalisme zijn samen
ontstaan en veronderstellen elkaar. Staten scheppen de voorwaarden voor
het voortdurend veranderende kapitalisme, en zijn juist daarom samen met
het bedrijfsleven in de weer met verdragen als het MAI.

De anti-MAI activisten lopen met hun verzet tegen de "globalisering van de
economie" het risico uiteindelijk ook te belanden bij pleidooien voor een
sterkere staat. Nu al wordt in die kringen bijvoorbeeld soms bewonderend
geschreven over de Maleise staat, die het kapitaal streng aan banden zou
leggen. Maar Maleisië benadert in veel opzichten een moderne variant van
de fascistische staat.

Produktief versus speculatief kapitaal?

Voor links is de belangrijkste economische tegenstelling altijd die tussen
kapitaal en arbeid geweest. Wanneer activisten termen als globalisering
gaan benutten, neigen ze er daarentegen haast als vanzelf toe om te gaan
denken in termen van het goede "lokale kapitaal" en het slechte
"internationale kapitaal". Maar de produktie en de handel zijn in
werkelijkheid nauwelijks uit elkaar te trekken. En beide onderdelen van
het kapitaal vermeerderen zich over de ruggen van de werkende mensen en
via de plundering van de natuur.

Hét schrikbeeld dat regelmatig terugkeert bij de internationale campagnes
is dat van het kleine plaatselijke bedrijf dat wordt weggeconcurreerd door
een grote buitenlandse, liefst Amerikaanse, multinational. Veel activisten
pleiten daarom ook voor investeringen in regionale bedrijven, of in
sociale projecten die arbeidsplaatsen en positieve ontwikkelingen op gang
zouden brengen. En die meer zekerheid zouden geven dan het
"casino-kapitalisme", dat verantwoordelijk wordt gehouden voor de recente
grote economische crises. Dit denken sluit naadloos aan bij het
traditionele extreem-rechtse denken. Voor Hylkema was er maar één
werkelijke tegenstelling op het gebied van de economie, die tussen het
"nationale, scheppende produktieve kapitaal" en het "verwerpelijke
internationale grootkapitaal". Extreem-rechts is nooit principieel tegen
het kapitalisme geweest en ontkent traditioneel zelfs elke
belangentegenstelling tussen het "nationale" kapitaal en de arbeiders.
"Alsof fabrikant, werkbaas, spinner niet één belang hebben, het belang van
een welvarend spinnersbedrijf", legde Hylkema al uit. Het ging er volgens
hem juist om de "klassenhaat" te verminderen en de eenheid binnen "het
volk" te vergroten.

Daartoe is het handig om een gezamenlijke vijand te hebben die
verantwoordelijk gesteld kan worden voor de economische problemen, crises
en onzekerheden die het kapitalisme altijd weer oplevert. Het
"internationale kapitaal" kan in die behoefte voorzien. Ook de huidige
nazi-ideologen begrijpen dat heel goed. "In plaats van het volk komt er
een soort universele solidariteit tussen de rijkeren, de bedrijfsleiders,
de industriëlen: op talloze internationale congressen bedisselen zij hun
strategieën", aldus Voorpost.

Vaderlandsloos kapitaal

Eenmaal ideologisch afgesplitst kan het "verwerpelijke internationale
kapitaal" gemakkelijk gekoppeld worden aan "de vijand", bijvoorbeeld een
andere staat of een andere welomschreven groep mensen. Systeemkritiek kan
zo uiteindelijk uitlopen op het waanidee dat een kleine groep vijandig
gezinde mensen ons leven beheerst. Zulke denktrends zijn historisch gezien
nauw verbonden met het antisemitisme.

Er is een diepgewortelde en voornamelijk Europese denktraditie waarbij
steevast een ideologische verbinding wordt gelegd tussen "het
internationale kapitaal", Amerika en "de joden". Het "internationale
speculatiekapitaal" zou volgens die ideeën in handen zijn van joden die
samenzweren om de wereld te overheersen. Dit "joodse kapitaal" zou vooral
vanuit New York opereren.

Extreem-rechtse en nationalistische stromingen actualiseren dit denken al
eeuwenlang steeds opnieuw. Ze roepen dan dat "het vaderland" of "Europa"
bedreigd worden door - al naargelang het publiek - het "internationaal
kapitaal", Amerikaanse mutinationals of "de joden". Voor de achterliggende
ideologie maakt dat niet uit.

Nu hoeft kritiek op vrijhandel vanzelfsprekend niet persé samen te gaan
met antisemitisme, maar de twee sluiten wel naadloos op elkaar aan. De NSB
van Hylkema was bijvoorbeeld in het begin van de jaren 30 niet tegen
joden, maar legde via de kritieken op het "internationale kapitaal" wel
alvast de ideologische basis voor het latere antisemitisme. Het bleek
begin jaren 40 maar een kleine stap om in propagandapamfletten het woord
"joods" voor "internationaal kapitaal" in te voegen. Wie het
"internationaal kapitaal" ideologisch apart zet, is dus niet persé een
antisemiet, maar de achterliggende redenering is wél potentieel
antisemitisch. De geschiedenis laat zien hoe gemakkelijk het een tot het
ander leidt.

Ook nieuw-rechts is niet gespeend van dit type antisemitisme. Rüter
schreef bijvoorbeeld onlangs in een artikel over globalisering dat "wie
over de kredieten heerst en ze regelt, de economische kringloop en de
economische ontwikkeling beheerst." Het was beslist geen toeval dat hij
daarbij de joodse Amschel Meyer van Rothschild citeert, die volgens hem
gezegd zou hebben: "Geef mij de controle over de valuta, en het is mij
gelijk wie de wetten maakt".

Bij de aanvang van de anti-MAI campagne in het najaar van 1997 werd er
sterk de nadruk op gelegd dat het om geheime onderhandelingen ging,
waarbij de aandacht al snel uitging naar de individuele topmannen. Er werd
door de anti-MAI campagne gesproken over een "multinationale staatsgreep"
en "een stille machtsovername". Dat was wat overdreven. De
onderhandelingen rond het verdrag waren weliswaar grotendeels geheim, maar
niet zo absoluut als wel werd gesuggereerd. Gedwongen door een ambtenaar
die wat stukken lekte, werden de onderhandelingen kort na aanvang al wat
meer openbaar. Veel eigentijdse 'samenzweringsdeskundigen' voelden zich
aangetrokken tot de anti-MAI campagne. Ze hingen veelvuldig bij het
secretariaat van de campagne aan de lijn. Dat hing wellicht samen met het
lange artikel over het MAI dat hun internationale 'vakblad' Nexus
publiceerde. Het artikel was oorspronkelijk afkomstig uit linkse hoek.
Nexus was overigens tot aan het begin van de jaren 90 openlijk
antisemitisch, maar stelde zich daarna voorzichtiger op. De verhalen in
het blad bleven echter in essentie hetzelfde. Ook op bijeenkomsten kwamen
‘samenzweringsdeskundigen' af. In augustus 1998 wilde iemand op de
internationale bijeenkomst "Globalisering en verzet" in Genčve voorlezen
uit het werk van de bekende Duitse antisemiet Van Helsing. De Nederlandse
‘samenzweringsdeskundige' Kühles kwam rond dezelfde tijd op de Nederlandse
anti-MAI campagne af en zag kans gedurende enige tijd zijn antisemitische
gif rond te spreiden in Leidse anarchistische kringen.

Liberalisme vervangt kapitalisme

Het nieuwe kernbegrip globalisering heeft inmiddels het gat gevuld dat
achterbleef nadat een jaar of 10 geleden de kritiek op het kapitalisme uit
de mode raakte. Halverwege de jaren 90 raakten in linkse kringen daarop
eerst analyses rond het "neo-liberalisme" in zwang. Vooral de populaire
opstand van de Mexicaanse Zapatistas heeft daaraan veel bijgedragen.  
Maar het neo-liberalisme is niet hetzelfde als het kapitalisme. Het is
veeleer de ideologie die gratis geleverd wordt bij de economische
hervormingen van het kapitalisme, die sinds halverwege de jaren 70 van
bovenaf doorgedrukt worden. Die hervormingen omvatten onder meer de
flexibilisering van de arbeid, de privatisering van overheidsdiensten en
de ontwikkeling van nieuwe industrieën rond de informatie- en de
biotechnologie. Een onderdeel van deze ontwikkelingen is ook de trend naar
meer internationale vrijhandel. Eind jaren 90 kwam juist dit laatste
onderdeel centraal te staan bij onder meer de anti-MAI campagne. Deze
verschuivingen hangen vanzelfsprekend nauw samen met de verrechtsing en de
groeiende onduidelijkheid van wat nu eigenlijk links is, en wat rechts.
Politieke discussies vinden nauwelijks nog plaats, en dat speelt
internationaal ook de anti-MAI campagnes parten. Het schort daarbij veelal
ook aan historisch besef. Campagnes rond internationale solidariteit van
een paar jaar terug zijn volkomen uit het bewustzijn verdwenen. De meeste
linkse groepen zijn zonder veel overleg aan de anti-MAI campagnes
begonnen, opgejut door de apocalyptische verhalen over de "nieuwe
wereldgrondwet". Het gebrek aan diepgaand inhoudelijk overleg heeft er ook
voor gezorgd dat de activisten lange tijd door konden gaan op hetzelfde
spoor zonder de nodige politieke richtingsveranderingen.

Het razendsnel inkrimpen van de linkse actiebeweging het afgelopen
decennium zorgde ervoor dat veel NGO's zich een opvallender rol konden
gaan toeëigenen. Ook bij de internationale campagnes tegen het MAI is dat
goed te zien. Helaas beperken NGO's hun kritiek over het algemeen strikt
tot het neo-liberalisme en de vrijhandel. Het kapitalisme als geheel staat
bij hen vrijwel nooit ter discussie. Daar hebben ze geen belang bij. Ze
zijn zelf teveel onderdeel van het systeem, en hebben daarbij ook nogal
wat baantjes te verliezen. Te linkse praat levert geen geld op.

Politieke discussies voeren ze dan ook niet graag. Liever overspoelen
NGO-campagneprofessionals hun mede-activisten dagelijks met details over
vrijhandel uit alle hoeken van de wereld. Wie geen beschikking heeft over
e-mail of internet, krijgt al snel het gevoel niet serieus mee te kunnen
doen in de campagnes. De NGO-informatie heeft daarbij voornamelijk
betrekking op de situatie zoals die gezien wordt van bovenaf, door
beleidsmakers. Gezichtspunten van onderaf worden veel minder gehoord. Maar
het verschil wordt door de totale info-overkill op den duur zelfs door de
meest ervaren activist nauwelijks meer waargenomen.

De linkse groepen in de campagnes zijn over het algemeen helaas te zwak om
zelfstandig, zonder de NGO's, een brede linkse campagne van de grond te
krijgen. De keuze om de kritiek dan maar te beperken tot de vrijhandel, en
zo de steun van de NGO's niet in gevaar te brengen, is dan klaarblijkelijk
snel gemaakt. Met als gevolg dat men een nationalistische ideologie
verspreidt die eerder voor nieuw-rechts dan voor links een goede basis
biedt voor verdere groei.

Eric Krebbers Merijn Schoenmaker

Bronnen: - Fabel van de illegaal, Peoples' Global Action: een inspirerend
netwerk van verzet, augustus 1998. In: MAI niet gezien?, Reader
Globalisering van de armoede. - Gruber, Ofenbauer, Fetischistischer
Antikapitalismus, mei 1999. In: IZ3W 237. - Hylkema, Het Nederlandsch
fascisme, 1934. - Kele, Nazi's and workers, 1972. - Krebbers, Met "nieuw
rechts" tegen de globalisering?, september 1998. In: Gebladerte-reeks 15.
- Krebbers, 'Samenzweringsdeskundige' blijkt anti-semiet, december 1998.
In: Gebladerte-reeks 15. - Krebbers, Een nieuw-rechtse ideoloog bij een
linkse campagne, februari 1999. In: De Fabel van de illegaal 33. -
Krebbers, Nieuw-rechts en de Ghandi-economie, februari 1999. In: De Fabel
van de illegaal 33.  - MAI AG Berlin, Tanz der Vampire, febuari 1999. In:
BUKO, Kölngehen. - MAI niet gezien?, actiefolders, 1998. - Neyrinck,
Nationalisme en imperialisme: een Siamese tweeling?, 1998. In: Revolte 84.
- Rüter, Liberalisme, de prozac van de politiek?!, 1997. In: SOS 11/12. -
Rüter, De Joegoslavering van Europa, 1997. In: SOS 11/12. - Stock,
Furchtbar gut gemeint, november 1998. In: Jungle World 45. - Stock,
Jenseits von Gut und Böse, mei 1998. In: Jungle World 21. - Venema, Omdat
de economie niet aan economen mag worden overgelaten, 1998. In: Revolte
84. - Westerink, De zeven meest gestelde vragen over de anti-MAI campagne,
juni 1998. In: De Fabel van de illegaal 30.

        ********************************************************
Konfrontatie komt vanaf begin 1991 met grote regelmaat uit, vroeger op
papier, nu digitaal. Veel artikelen zijn integraal op 't internet te
vinden via http://www.stelling.nl/konfront Je kunt daarin op elk trefwoord
zoeken. Neem een gratis e-mailabonnement door je aan te melden bij
konfront@xs4all.nl Eigen bijdrages en reacties zijn uiteraard van harte
welkom
        ********************************************************


--
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet toegestaan zonder
* toestemming. <nettime-nl> is een gesloten en gemodereerde mailinglist
* over net-kritiek. Meer info: list@dds.nl met 'info nettime-nl' in de
* tekst v/d email. Archief: http://www.factory.org/nettime-nl. Contact:
* nettime-nl-owner@dds.nl. Int. editie: http://www.desk.nl/~nettime.