Geert Lovink on Tue, 10 Feb 1998 13:15:08 +0100 (MET)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

nettime-nl: interview met erik hobijn (deel 1: machineleer)


Een interview met Erik Hobijn
Door Geert Lovink

Deel 1: Machinegevaar (Delusions, Dante, Technoparasieten)

De Waarheid van het Vuur

Mensen raken gefascineerd en gehypnotiseerd door vuur, zeker wanneer
ze erin gaan staren. Ik ben daar heel fel in en probeer zulke vragen te
ontwijken. Ik kan Goudsblom wel volgen wanneer hij beweert dat de
beheersing van het vuur de eerste overwinning vormt op het dierenrijk
en de natuur. Hij beschijft de vlucht die de sociale struktuur heeft
genomen, de architektuur die met de plek rond het vuur is ontstaan en
het verschil dat ontstaat tussen leiders en priesters. Ik kan me dan
wel voorstellen dat als je in het vuur kijkt je de lijn, de navelstreng
terug naar het ontstaan van de mensheid op een rare manier voelt.
Het Danteorgel heeft alles te maken met strijd en nazisme vandoen. Het
is herotiek, een kombinatie van erotiek en het heldhaftige. Die link is
voor mij duidelijk. Maar wat ik niet wil is dat het in verband gebracht
wordt met het mystieke. Ik heb niets te maken met het offer en ben niet
met het Heilige bezig (b.v. ten opzichte van de kunst). Bataille is net
zulke kitsch als de vraag die mij zo vaak gesteld wordt 'wat mij bij
vuur beweegt', net zo goedkoop als S/M en piercing. De dellusion
machine wordt nog steeds vergeleken met bunch jumping. Dan pak ik
liever mijn gitaar en speel voor Bob Dylan bij het kampvuur.

Mijn omgang met vuur blijft voor mijzelf een raadsel en ik heb die
vraag laten rusten. Het is net als met een goede compagnon: als je goed
wilt samenwerken moet je hem nooit goed leren kennen. Voor mij is het
materiaal dat ik te vriend hou en waar ik niet mee dweep, want het is
al romantisch genoeg. Ik heb me wel een tijd bezig gehouden met de
piromanie. Daar zit het geniepige controleren in, de outcast, het
criminele gedeelte. De gekte van de piromaan is ook heel normaal. De
piromaan gebruikt het vuur om liefde, warmte op te wekken, een soort
geruststelling. In het stukmaken vindt een ontlading plaats. Dat vind
ik wezenlijk, zeker wanneer je aan sommige beelden van de oorlog denkt.
Door het geweld en de vernietiging wordt ruimte gecre‰erd. De piromaan
maakt van een objekt een offerande, projekteert daar zijn eigen
problematiek op en steekt dat vervolgens in de fik om een tijdelijke
oplossing van het konflikt te cre‰ren. Hij wil de emotionele warmte
omgezet zien in fysiek vuur. De vernietiging is geen doel in zichzelf,
maar voor de piromaan heel funktioneel.

Elementaire krachten

Het zijn bergen met klich‚es waar je je doorheen moet worstelen, zoals
het Freudiaanse beeld van de jongen die het vuur uitpist. Soms kost dat
wel eens m'n kop, zeker wanneer iemand naar me toekomt en zegt: 'Ik
vind het wel erg spectaculair, hoor.' Wat moet je dan nog zeggen? Ik
heb geen antwoord op de associatie tussen de zelfmoordmachine en bungy
jumping. In sommige gevallen kun je inderdaad betalen voor het gaan tot
de uiterste grens. Je betaalt dan voor de kans dat er aan het eind weer
gezond uitkomt. Maar het gaan tot het uiterste, het onderzoeken van je
eigen mogelijkheden is inherent aan het menszijn. Het is niet te
reduceren tot een marktsegment. Ik moet altijd denken aan een computer
waar je tegen betaling aan kunt werken. Je gaan zitten en spelen. Als
je niet wint, blaast hij zich en jou, je familie en alles in je
omgeving op, zodat het opeens real time wordt. Is daar een markt voor
of is dat pure fantasie? Het heeft zeker rituele kanten die te maken
hebben met inwijding. Als je jong bent is er een waanzinnige bron van
energie in je lichaam aanwezig. Een soort kernreactor, waarvan je voelt
dat die kracht zeer elementair is, maar je weet nog niet wat de reden
is van zijn aanwezigheid. In die kracht zit ook heel veel agressie,
tenminste, die had ik in me. Die bron in jezelf was ten tijde van punk
en later in de jaren tachtig de drive van veel onderzoekingen en
extremiteiten.

Ik heb altijd interesse gehad in apparaten en gebeurtenissen, de
machine die je hebt, namelijk het lichaam, wordt getest zodat je een
begrip van je aanwezigheid krijgt. Die vraag heeft te maken met de
volwassenwording. Op het moment dat je volwassen wordt, speelt die
vraag niet meer. Dat is voor mij het moment dat je je realiseert dat je
sterfelijk wordt, dat dingen vergankelijk zijn. Bij andere volken is
die overgang sterk geaccentueerd en gecultiveerd. Een belangrijk
element in zo'n ritueel was het gevaar, het aantasten van het bestaan.
Alleen zo krijg je er een begrip van. Je kan dat niet uit een boek
halen of studeren. Na zo'n ervaring is er een uitwisseling tussen een
volwassene en zo'n jongen. Dan wordt er verteld wat voor plichten je
hebt en hoor je er helemaal bij. No way back. In het Westen bestaat die
overgang niet en dat is mijn strijd in de jaren tachtig geweest. En
Ivar's, maar hij heeft het niet overleefd en vele anderen met hem ook
niet.

Ik vond het een industriele vraag of je op dit gebied nog rituelen zou
kunnen maken. We zijn een technische cultuur. Ik vroeg me af of je met
de taal van de techniek alsnog een ritueel kunt cre‰ren. Een volgende
fase zou dan kunnen zijn dat er een Japanner komt die de dellusion-
machine in een verbeterde vorm seriematig produktie neemt. Zoiets moet
z'n eigen leven gaan leiden. De tocht die ik nu afleg met de machine
vind ik vreselijk zwaar. Het begeleiden van mensen op de machine is
mooi. Maar het tentoonstellen valt onder de kategorie van het promoten
van een industrieel produktie. Moulinex verkopen. To prove that it
exists. Ik heb ook al tekeningen voor verbeterde modellen. Maar ik ben
geen bedrijf. Ik zou bijvoorbeeld willen dat de persoon zelf de
pijngrens kan bepalen. Het werk wat ik aan het doen ben noem ik ook wel
eens 'auto-automotulisme'. Ik ben naarstig op zoek naar een
bestaansgevoel. Om je aanwezigheid te bevestigen pijnig je jezelf. De
pijn is een eenzaam gesprek met je lichaam. Maar als je het zelf kan
instellen heb je niet dat ritueel. Ik vind het sociale gebeuren rondom
de machine prachtig. Het is in de kunst niet gebruikelijk dat je
gezamelijk iets meemaakt. Daar komt nog bij dat er ree‰l iets
wezenlijks meegemaakt moet worden. Niet iets abstracts dat je alleen
ondergaat, maar per defintie een sociaal gebeuren. Net als als bij de
domestificatie van het vuur, toen er sociale structuren ontstonden,
omdat er iemand werd aangesteld die het vuur ging bewaken.

Afbraak van het nut

De installatie 'Aus-Witz-Toerist'(alleen in concept-vorm) gaat over
iets wat heel extreem is, maar wat je niet kunt aanraken. Het liefst
zou de hitte niet moeten kunnen voelen. De verstilling. Het is
waanzinnig negatief. Je wordt er niks wijzer van. Het zelfs zo
negatief, dat ik twijfel om hem uit te voeren. De machine is nog erg
primitief in z'n afstelling: je kunt in een wolk staan, je kunt half en
helemaal verbranden. Ook in de computerwereld zou geopereerd moeten
worden op terreinen die niets te maken hebben met funktionaliteit.
Daarom ben ik zo'n fan van SRL, die de machines een eigen bestaansrecht
geven, buiten de doelstellingen van het Pentagon om. Mark Pauline
draait het nut om, niet puur voor de show. Hij speelt met de machines
om het nut af te breken. Daarom ben ik ook een groot voorstander van
het organiseren van een concert voor Stingerraketten. Om willekeur
duidelijk te maken. Het kan, dus why not? De kunst is daartoe nooit in
staat, maar de techniek kan altijd zeggen: het kan. Als je de vraag
stelt is het antwoord al bijna uitgevoerd.

Het fysieke kontakt met het bestaan wordt steeds meer abstrakt. De
techniek heeft een wollige sfeer van comfort om ons heen aangebracht.
Het wisselen van de jaargetijden kan je wel eens ontgaan. Het is
geruststellend om regen en een harde wind te voelen. Het betekent dat
jij niet oppermachtig bent. Er is iets dat de wisselingen van de
getijden stuurt. Maar door de techniek lijkt het dat jij wel aan de
macht bent. Je kan dingen sturen. Er wordt zo een terrein vergeten
waarin de mens een conflict kan uitvechten met z'n omgeving. Zodat je
weet waar je staat. Een deur moet voor mij opengaan, maar halverwege
weer dichtklappen, zodat iedereen zich realiseert dat hij de deur heeft
overleefd. Daarom begrijp ik ook mensen die voor een trein springen.
Ikzelf zou voor een hele pijnlijke dood willen kiezen omdat je dan het
hardst vecht. Op dat moment moet je superieur leven, heel kort.

Er zijn deelgebieden waar de techniek nog niet is doorgedrongen, maar
dat is nu aan het gebeuren. En dat zal z'n tol hebben, denk maar aan
de situatie in L.A., dat heeft niets meer met vrede of oorlog te maken
en ook de toeristen kunnen zich daar terecht niet meer aan onttrekken.
Er zijn een aantal video's gemaakt, die allemaal een ander aspekt van
de Machine belichten. Er bestaat er zelfs een over de voorbereiding,
toen er nog niet meer was dan een verzameling buizen. De tape van Menno
Grootveld, uitgebracht door Staalplaat, heeft de vertraging tot
onderwerp en wordt daardoor heel gewelddadig... in de traditie van
Derek Jarman, omdat hij ook lichaam en geweld thematiseert. We wilden
het moment vasthouden als je eropstaat. Als je het zelf ondergaat is
die tijd helemaal niet zo kort. Je kan de tijd uitrekken en het zo
beter ondergaan: dat diepe en dat zware, je wordt ergens aangeraakt,
maar je weet alleen niet waar. De video van Dick Verdult daarentegen is
helemaal niet gewelddadig. Hij kan beter dan wie dan ook observeren.
Hij heeft het ritueel laten zien, het insmeren en mijn afstandelijke
houding. Je mag niet klef zijn. Het mag niet pathetisch worden, want
dan is het niet echt. Je moet niet iemand opfokken naar een moment dat
uitblijft. Je moet het zo brengen dat het zijn moment wordt.
Koncentreer je, het is heel kort, take it all. Dick heeft gefilmd bij
het optreden in Graz. De Oostenrijkers waren woedend. Zij hadden het
gepromoot gekregen via zo'n foto van een brandend iemand. Dat moment is
uitgestreken over maanden. Ze hadden er belachelijk veel voor
neergeteld en zaten op een heuse stage, die onder groot protest van
mij, speciaal hiervoor was opgebouwd. Ik heb het publiek uitgelegd dat
ze besodemieterd waren als ze dachten dat ze naar show kwamen kijken. 
Omdat bij Dick niets vertraagd is kun je zien dat het moment van
verbranding voor het publiek een anti-klimax is.

Mogelijke machines

Er zijn veel nog nooit gebouwde machines. Dat zijn bedenksels die
misschien wel nooit uitgevoerd worden. Maar dat komt niet omdat de
constructies onrealistisch zouden wezen. Het is er gewoon nog niet van
gekomen. En subsidie komt eerder voor grote, ambitieuze installaties.
Neem de 'kunstmatige tornado', een karretje met een blower die hevige
luchtwervelingen veroorzaakt. Het idee hierbij is 'het natuurgeweld te
cre‰ren en het onkontroleerbare op gang te brengen.' Of de opstelling
van explosieven die de vorm van een atoombom simuleert en onder het
motto 'modern toerisme' tegemoed komt aan de behoefte van '1 atoombom
per dag'. Er moet een piromanenkongres komen. geheel gewijd aan de
vraag: 'Hoe te verbranden, hoe te vernietigen?' 'In de tuin van het
kongrescentrum zullen vuur-demonstratie plaatsvinden, er is een
bibliotheek met alle kennis op dit gebied aanwezig en in de keuken
leert men bommenmaken.' Van een andere orde is de 'crematiemachine',
een mobiele containter van 2x2 mtr., die je altijd bij je in de buurt
hebt. Volgens de leer van het auto-automotulisme, zou je zo veel
mogelijk onder eigen regie, buiten alle autoriteiten om, verast moeten
worden. De machine bestaat uit een droogtrommel, een lopende band en
draaiende branders. Het is wel noodzakelijk om eens in de zoveel jaar
(nieuwe) vrienden te instrueren hoe de crematiemachine werkt, want als
de praktische kennis op het juiste moment ontbreekt, kan de inzet van
de crematiemachine wellicht toch verhinderd worden.

Abstracter is de vuurachitectuur, zoals vierkanten die bestaan uit een
pasta van diesel en zaagsel. Een vuurzee in een hoogst onnatuurlijke
vorm die het mogelijk maakt het 'lopen' van het vuur en
luchtwervelingen zichtbaar te maken. Moderne geweldmatra's. Of de
'dansmachine', die van dichtbij shockwaves op je afschiet. Het heet ook
wel de balletmachine, 'De wil tot dansen'. Je wordt dan van alle kanten
beschoten. Er wordt van achter op je kni‰en geschoten, zodat je kni‰en
knikken, van voren op je maag zodat je voorover klapt, vanaf de zijkant
zodat je arm omhoog gaat. Je neemt daarvoor een kamer met een venturi,
die je zult moeten koelen, je neemt asthileen en zuurstof in de juiste
verhouding. Via een ontsteking krijg je dan een kogel van lucht, die
hard aankomt. 'Alleen het geluid is ook erg hard. Dus zal men met
oorbescherming op moeten dansen, maar dat vind ik wel goed.'

Het liefdesbed bestaat uit een stalen bed, omgeven door gasbranders.
Onder het bed zijn sensoren aangebracht die de intensiteit van het
liefdesspel meten. Een computer bewerkt de gegevens van het
neurosysteem van beide partners en berekent de hoogte van de vlammen.
De machine zal alleen op serieuze vrijpartijen reageren. Hoe intenser
het neuken, destehoger zal het vuur komen. Tijdens de climax zal het
bestaan uit een 1 meter hoog vuurgordijn. Dat is het moment waarop het
paar wordt getest: zal het instinkt de overhand krijgen, de angst voor
de hitte van het vuur, of zal het zweet en vuur het paar voeren tot
grotere erotische hoogtes? Een ideale tantra-relatie. Uit de
reclamefolder: "A wet dream for a pyromaniac is true domestica of fire
and sex. The unification of two sources of energy. As the Freudian
ultimatum of a technical society."
Je hebt in Amsterdam inderdaad een martelmuseum. Een onderbuurman van
mij maakte indertijd daarvoor middeleeuwse martelwerktuigen. Maar ik
ben daar nog nooit heengegaan, alhoewel ik een tijd lang 'toerist in
eigen stad' ben geweest. Dat was in '81. Ik timmerde mijn huis dicht,
pakte mijn rugzak en ging in de buurt van het NRC rondslenteren en deed
me voor als een Fransman met Amerikaans accent.

Het ontwerp voor de Technoparasieten

Techno-parasieten zijn apparaatjes die gebruikmaken van gedeeltes van
onze verworvenheden, speeltjes behept met opmerkzaamheid die technische
storingen tot gevolg hebben. Technoparasiet 00020004C leeft van de
lantaarnpaal. Het is een soort bloemkelk dat het regenwater opvangt en
het licht van de lantaarn omzet in energie, met als doel het cre‰ren
van een potentiaal verschil. Het regenwater wordt gebru ikt om het
proces te versnellen. Hiermee wordt eerst de zinklaag aangetast en op
den duur ook de ijzerlaag aangevroten zodat de lantaarnpaal wordt
doorgezaagd en omvalt. Een andere parariet klimt in een spiraalachtige
beweging langs de lantaarnpaal omhoog. Het motortje loopt op
lichtenergie, heel langzaam. Boven aangekomen slaat hij ineens het glas
en lamp kapot, vermoord zo zijn voedingsbron en valt dan naar beneden.
Dan is er de netwerkparasiet 0003007N, die zich heeft vastgeklampt aan
ons 220 V electrciteitsnet. Hij zich in een stopkontakt waar hij
zichzelf oplaadt en de 220 V omhoog 'trapt' tot ongeveer 25 kV bij 10 A
en 1 k Herz. Nadat hij is geladen stuurt hij een zware, hoog-frequente
verontreiniging het net op en stoort daarmee alle electrische
apparatuur in de nabije omgeving. De stroomstoot zal hoog-frequent
moeten zijn omdat je dan langs alle filters kan. Ook de centrale zal er
last van krijgen. Het is hetzelfde geval als bij slechtafgestelde
converters en inverters van lasapparaten, die ook veel verontreiniging
op het net veroorzaken. Dat wordt er allemaal uitgefilterd. Maar als je
dat in ‚‚n stoot doet kan je theoretisch alle hardware in een straal
van 100 meter tot een kilometer opblazen. Tegenwoordig worden de
filters steeds beter, dus het zaak de filters te gaan ontwijken.
Hetzelfde kan ook ontwikkeld worden voor het telefoonnet.

Nr. 00000002003B is een tegenstander van licht en alles wat licht
produceert of reflecteert. Hij valt alles wat licht is aan met het
tegenovergestelde van licht, namelijk roet. Licht is simpelgezegd een
gevolg van vuur en daarom vormt roet (koolstof Cx) het tegendeel. Alles
wat licht afgeeft, wordt door dit zeer precieze roetkanon
zwartgespoten. Hij houdt pas op wanneer er geen licht meer wordt
opgevangen. De parasiet is uitgerust met optische meetapparatuur en een
automatische besturing. Tevens maakt hij een registratie, zodat een
grafisch rapport ontstaat over de overgang van wit naar zwart. 
Verder is er nog 0000666C die zich onder een auto plakt met behulp van
een magneet. Via een wieltje houdt hij kontakt met de bodem en laadt
zich zodoende op. Als hij voldoende vermogen heeft gekregen, ontlaadt
hij zich en stoort het electronisch gedeelte met een magnetisch veld
(b.v. de inspuit of gelijkrichter). Of hij injecteert een zuur in het
frame, of tast via osmose de zinklaag aan. Hij kan ook een gat in de
benzinevoorraad maken en deze verbruiken cq. vernietigen. Zodra de auto
tot stilstand is gekomen, rijdt de parasiet op eigen kracht door, tot
zijn energie op is. Het is dan afgelopen, tenzij hij weer onder een
auto komt te liggen, dan begint de cyclus van voren af aan.

De technoparasiet is niet meer dan een principe, waar geen copyright of
ideologisch keurmerk op zit. Het enigste dat vaststaat is dat het
parasiteert en irriteert. Je zou kunnen zeggen dat het de bedoeling is
om de onzichtbare computervirussen weer een gezicht te geven en van de
immateri‰le software een hardware-variant te construeren. Het zijn
objecten die niet gepresenteerd hoeven te worden, maar gewoon kunnen
worden uitgezet. Het is een kommentaar op de achterhaalde manier waarop
nieuwe media worden tentoongesteld. Je ziet dat goed in de publieke
omgang met het fenomeen van het technisch mankement. Bij een optreden
van SRL kan er zoveel misgaan, zoals dat in Frankrijk het geval was,
dat het publiek woedend wordt. Het stukgaan van zaken is onderdeel van
het gebeuren zelf. Stel dat ik telepathisch zou zijn en kan zien waar
auto-ongelukken plaats zullen vinden. Dan zou ik ze niet verhinderen,
maar een podium bouwen en kaartjes gaan verkopen. Het ongeluk is
onderdeel van het autorijden. Het benaderen van het object is iets waar
nog veel in moet gebeuren. Het concept van het Treshold-festival dat ik
met Tesla in augustus 1993 organiseerde, kan verder worden uitgewerkt.
Dat bestond eruit dat het publiek op zoek moest gaan naar de machines.
Als een bepaalde stoommachine kapotgaat is dat een even duidelijke
performance, dan als die het doet. Zo ben ik op de parasiet gekomen,
die er slechts op uit is iets kapot te maken en te frustreren.

Wanneer je het moment supreme presenteert als een anti-climax stel je
duidelijk dat men verkeerd gekeken heeft. Je moet het punt waarop het
publiek gefixeerd is zien te verminken zodat de andere gebieden naar
voren komen. Je moet je realiseren dat het publiek in Europa zeer
professioneel is. Wanneer jij je optreden 'machineballet' noemt, gaat
men gelijk een oordeel vellen over de dramaturgie tussen die grote en
die kleine machine, terwijl jij met iets totaal anders bezig was. Met
een klassieke know-how ben je trouwens reddeloos verloren bij het
kijken naar een startende auto. Je moet jezelf ook nooit in een
theater-context plaatsen. Theater is het eerste dat je moet afbreken.
Er zitten wel theatrale elementen in SRL of de Zelfmoordmachine, maar
dat maakt het nog geen theater, it's a play for real. De machine is
sowieso de slechtste acteur die je je maar kunt bedenken. Het publiek
moet getuige zijn van een riskant experiment en geen gladde show
krijgen voorgeschoteld.

De techniek heeft heel lang een magie om zich heen gehad. En het is
Mark Pauline geweest die dat heeft doorbroken. 'Ik ga wedijveren met
het Pentagon en dat voor niets anders gebruiken dan mijn eigen
statement.' Techniek is niets anders dan know-how en die kun je je
eigen maken. Je begint bij A en eindigt bij Z. Dat wat ik doormaak, kan
iedereen in principe doormaken. Dat ingenieurspad volgt zichzelf. Ik
wil de techniek niet verstoppen. Ik leg hem bloot. De machine is
transparant en ik leg publiekelijk uit hoe hij werkt en hoe je hem in
wezen zou kunnen kopi‰ren. Ik doe het ook omdat ik me ervan bewust ben
dat ik de techniek hanteer als een taal, een universele taal, veel meer
dan religie of kunst dat is. Het systeem van de vlammenwerper, die ik
bij de Delusion en het Dante Orgel gebruik heb ik op schrift gesteld
en uitgetekend, uitgelegd tijdens radioprogramma's en Matt Hackert
heeft dat al eens gepubliceerd. Maar wat ik weet is oninteressant. Ik
zou via Internet meer vragen hebben, hoe de echte hogedruk-
vlammenwerpers wegschieten. Ik kom nu 40 meter ver en zou theoretisch
tot 120 meter kunnen komen met de nieuwe systemen die er zijn.

Handleiding bij de 'Delusions of Self-Immolation'

De Zelfmoordmachine is funktioneel. Het ontwerp drukt het oprichten
uit. Een machine moet een slaaptoestand hebben, ontwaken en zich gereed
maken voor het gevecht. De bewegingen die het uitvoert zijn cirkels die
in tegenstelde richting draaien en elkaar opheffen. Voor elk
linksdraaiend deeltje is er een rechtsdraaiend deeltje. De machine kan
je ook zien als een weg, met de dood aan het eind. Je kunt terugkijken
en vooruitkijken. Aan de rugkant wordt je door de vlam gepakt, als een
verrassing. Dan wordt je omgedraaid naar de oorzaak, die je niet meer
ziet. Je voelt een basisenergie, dat je alles aankan. Een wildheid. Een
oneindigheid in de route die je kan lopen. Tegelijkertijd voel je de
vraag opkomen wat de zin van deze energie is. Maar zodra je de vlam
ziet, is die verdwenen.

Het werkt zo dat je een vat hebt, met een stijglijding en een
vloeistof. In het geval van de Delusion is dat iso-prophile alcohol met
een verdikker, HDK, fiumed sillicium, dat ook in tandpasta of bepaalde
verven zit, een niet-toxide goedje dat niet verbrandt en zich ook niet
vermengd. Bij het Dante-orgel is het diesel, die je kan gaan verdikken
zoals napalm. Ik zet er een druk op van ongeveer 10 bar. Op de
stijgleiding zit een spring-return ventiel met veer-terugkerende
kleppen en kogelkranen omdat die een mooie gelijkmatige doorlaat
hebben. Meestal gebruik ik pneumatische kranen, dus je doet ze met
lucht open. Als je de lucht eraf haalt of de stroom valt uit dan wordt
hij door de veer weer gesloten. Na deze klep zit er een kleine
stabilisatiebuis, in de vorm van een venturi, een nauw toelopende buis,
hetzelfde principe als een sproeier, dat ervoor zorgt dat de
turbulentie vermindert. Ik zet daar dan een Legner-sproeier op van
carbonstaal, die een mooie, strakke straal hebben. Op 7 a 8 cm van de
sproeier heb ik twee electroden aangebracht, waartussen een vonk
springt. Dat zijn electrodes die gebruikt worden bij oliebranders. Ik
zet daar via een spoel of een bobine uit een auto een 6 of 12 volt
batterij op, die zorgt voor de stroom. Het is van belang dat de vonk
vet is en heet, zo'n 20.000 volt. Die vonk ontsteekt de vergassing van
de vloeistof. Het voordeel van dit systeem dat vloeistof spuit is dat
de brand ook nooit naar binnen toe kan slaan.

De hoogste vlammen bereik je met een druk van 8 bar, dan wordt de
optimale werplengte bereikt. Belangrijk bij een vlammenwerper is dat je
de straal die naar buiten schiet zo lang mogelijk bij elkaar houdt, dus
dat je hem zo min mogelijk aan de buitenkant laat breken met de lucht.
De snelheid aan de binnenkant van de straal is het hoogte, dat komt
door de venturi. Ga de vloeistof verdikken, dan wordt de massa zwaarder
en heb je meer druk nodig, minimaal 28-30 bar. Dan spuit je, zoals bij
napalm, de vloeistof er als een gel uit. Dan is de kans kleiner dat het
bij het doorklieven van de lucht uit elkaar breekt. Je moet hem dan
heter ontsteken, bijvoorbeeld met een hete gasvlam. Maar dan kom je wel
drie keer zo ver. Fosfor zorgt ervoor dat zuurstof wordt onttrokken aan
het object, dat de vlam raakt. De kleverigheid van napalm zorgt ervoor
dat je het niet van je huid krijgt. Door forsor wordt de temperatuur
veel hoger.

Militaire vlammenwerpers zijn zo gebouwd dat de vlam de hele afstand
aflegt en dan nog brandstof in zich heeft. Dat is bij mij niet het
geval. Bij mij moet de vlam bovenaan ook helemaal op zijn, anders
vallen er grote klodders naar beneden. Bij het Dante-orgel komt
trouwens wel wat materiaal naar beneden, hoor. Water is ongeveer
hetzelfde. Het is een zwaardere stof, heeft een grotere viscositeit en
kan daardoor een grotere afstand afleggen. In het Dante-orgel gaan per
vat 50 liter diesel en dat gaat in 106 seconde op. In een show heb ik
dan voor ongeveer vier minuten brandstof. De blusser van de dellusion
werkt op een druk van 7 bar. Dat werkt met waterslagarmen en
pneumaatventielen zodat hij bij het afsluiten niet zo'n grote klap
geeft op het pijpensysteem. Ik heb uiteindelijk een Duitse
landbouwsproeier gebruikt, met allemaal gaatjes, vier sproeiers voor
160 liter water die er in een minuut doorheen gaan. Het slaat de
zuurstof weg en je blaast zo een volkomen verzadigde massa, een nevel
over dat lichaam heen. Het is zo'n brede straal dat hij niet gericht
hoeft te worden. Ik iso-propyl alcohol genomen omdat het gedoofd kan
worden met water, dat kan niet met benzine, je verplaatst het allemaal
maar.

De vlam wordt met een laser gericht, in opzicht is het wel smart
weapon. De arm van de vlammenwerper richt zich naar je rug toe, zakt
langzaam met zo'n rood stipje naar een bepaalde plek op je rug en
precies op die plek komt de kern van de vlam aan en slaat daar op je
rug stuk, vormt een wolk die gelijk ook het heetst is (600-800 øC). Op
dat moment draait het platform 180ø. Dat gebeurt met een dubbel
aangestuurde pneumaat cylinder en wordt opgevangen door een mooi
remsysteem van Edine, een apparaat dat de energie kinetisch omzet in
oliedruk. Een filtersysteem waarin de beweging wordt omgevangen in
allemaal kleine kanaaltjes die olie verplaatsen. De energie wordt daar
omgezet in warmte. Een mooie rem die ineens stopt en niet veert.
Hhhmmm, en hij staat stil. Dan sta je dus met je rug naar de blusser en
die moet je met de hand stoppen. We hebben gekozen voor een
electronische aansturing omdat computerprogramma's toch teveel bugs
hebben. Ik heb gedacht of het via ouderwetse relais zouden kunnen
aansturen. Vladimir Grafov heeft het hoofdbesturingbord gebouwd. De
aansturing van de motoren om de armen op te richten is Hans Meyaard
gebouwd en de pneumatiek is ontworpen door Hans Leutscher. Verder heb
ik bij de contructie veel hulp gehad omdat we in tijdnood kwamen.
Maar ik ben er falikant tegen dat je als kunstenaar je ontwerp door
ambachtslieden laat uitvoeren. Dan zal je de ziel van de machine nooit
leren kennen. Ik moet het op z'n minst kunnen volgen. Maar bij de
electronica zal ik nooit op het nivo komen van de mensen die daar al
jaren mee werken.

Wat wij doen is het binnenste buiten keren van de funktionaliteit. Dat
is een spel. Soms bouw je een machine die in zichzelf gekeerd is en aan
zichzelf genoeg heeft. Een funktionaliteit die in zichzelf is gekeerd.
Dat is de ontmaagding van de techniek. En daar zijn steeds meer mensen
mee bezig, die niet zozeer een inhoudelijke kunstachtergrond hebben,
zoals Chip, Stock, George, Barry Schwartz. Just Married uit Oostenrijk
zijn net als ik veel langzamer. De jonge generatie, dat zijn krijgers
die uit zijn op revange, wraak op de koele high-tech business waar ze
mee in aanraking kwamen. Je hebt ook Laura Kikauka en Gordon, die een
verzamelwoede en met wie ik samen met Bastiaan de 'Glowing Pickel' in
Oost-Berlijn heb gerund. Dat was een hok vol afgedankte communistische
technologie, die we uit containers en bedrijven vandaan hadden
gescharreld, zoals Geigertellers, Robotroncomputers, plotters,
Russische roentgenapparatuur. Het werd een winkel, museum,
laboratorium, bar waar alles opeengestapeld stond en waar je donderdags
kon gaan zitten rommelen.

Het Dante-orgel wordt aangestuurd door een Atari, gemaakt door Marc-
Marc, die al in de tijd van het NL-Centrum boven in het gebouw zaten te
bouwen aan analoge geluidsapparatuur. Het eerste programma dat hij in
'88 schreef was voor mijn Dante-orgel. Ik zie helemaal niet dat er een
competitie bestaat tussen de materi‰le machines en de computer.
Techniek is techniek. Ik zou graag in het volgend leven terugkomen als
bio-geneticus, zodat ik bijstulpingen aan mijn arm kan cre‰ren.

De machine is tot leven gekomen in mijn dagboek, het 'dagboek van een
piromaan'. Een voorloper van de dellusion is een installatie waarbij je
in kettingen hing, met je armen omhoog. Zou je nou van vermoeidheid
bezwijken, dan zou je in de fik geschoten worden, maar meteen weer
worden geblust. Eigenlijk is dat Prometheus die aan de rots geketend,
z'n lever uit het lichaam wordt gegeten. De straf voor degene die ons
het vuur bracht. Het komt ook voort uit tekeningen die ik maakte hoe ik
zelf verbrand zou willen worden na mijn dood, je crematie als
bouwpakket. Ik heb op een gegeven ogenblik de Art of Self Arsen
gecultiveerd en er een reis, een gebied van gemaakt.

Het Dante-orgel zou eigenlijk niet uit vijf maar uit minstens twintig
vlammenwerpers moeten bestaan. Echte verspilling zoals in Koeweit. Nu
ben ik nog maar op ‚‚n plek geweigerd uit milieuoverwegingen. Er is nu
ook nog de 'Dikke Bertha' bijgekomen die 40 meter ver schiet. Die staat
ook op een wagentje. De bedoeling is om daarmee keurig op vakantie te
gaan, tent mee, auto met trekhaak, met daarachter die vlammenwerper.
Hij heeft een doorlaat van 40 mm, met een vat van meer dan 200 liter.
Eerst even bij het tankstation langs en dan kan vanuit je
achteruitkijkspiegel de druk aflezen en op de knop drukken. Op de
snelweg!

De installaties Manneke Pis en The Clock

Manneke Pis heeft een stalen arm, die verbonden is aan z'n hoofd. Dat
knalt naar voren, zodat het hoofd een meter van z'n pik komt te staan
en dan pist hij vuur op z'n hoofd. In plaats van z'n hoed doet hij z'n
hoofd af en dan klatsch! weer terug op de romp. Meestal kon hij maar
drie keer achter elkaar deze beweging maken, want dan was hij alweer
stuk. Het was een beeldje dat we uit een tuincentrum hadden gehaald,
gebouwd samen met Bastiaan Maris. Hij is nooit ergens tentoongesteld,
want meestal was hij al in de voorbereiding stuk gegaan, omdat we zo
zaten te freaken. De arm werd bestuurd door een rolluikmotor, met een
hele gammele relaiskast die bij slecht weer onder 380 V stond.
De klok ontstond omdat Peter Giele bij de opening van Roxy een vuurshow
wilde. Voorheen werkte ik met lijnen waar ik ruimte in de lucht mee
maakte die brandde. Ik wilde geen show, maar iets maken dat paste bij
een kroeg. Ik heb de verwarmingsbuizen uit mijn ruimte gezaagd, 9 cm
doorsnee en heb daar de staander van gebouwd. 3 meter hoog. Een buis
was de brandstofvoorraad, in de andere twee druk. De klok zat er
bovenop. Om het half uur spuwde hij benzinevlam van 6 meter hoog,
binnen in de Roxy. Dat gaf een hele konsternatie, met die dansende
mensen er omheen. De afzuiginstallatie raakte ontregeld door de rook.
Hij heeft daar maar tien dagen gestaan. Lydia Lunch en Psychic TV
hebben er ook nog mee opgetreden. Hij moest afgaan op een verradelijk
moment en veel mensen flipten daarop. Het was bloedlink en ik heb daar
veel problemen met gekregen met de brandweer.

De civiele techniek, voor zover die bestaat, is erop gericht om het
leven gemakkelijk, zacht, wollig te maken, als een fauteuil. Dat is in
wezen tegenstrijdig aan het leven zelf. De strijd, konfikt en het
oplossen daarvan is het leven zelf. In de ontwikkelingsfase van jong
naar volwassen is geweld altijd een middel geweest om tot inzicht te
komen. Het geweld in die rituelen is tegenwoordig weggevallen door de
invoering van de techniek. Omdat de techniek zo'n vlucht heeft genomen
is men zich meer en meer bewust gaan worden van de wolligheid en gaat
op zoek naar die verloren hardheid. Maar dan wel erg op vorm. Piercing
is vorm, esthetica. Het houdt zich niet met inhoudelijke vragen bezig.
Ornamentiek, niet meer dan dat. Het heeft wel een rituele oorsprong.
Maar er ziet geen dynamiek in, geen volgorde, geen sociale context,
geen werkelijk gevaar. Van oorsprong was het een beloning voor een
bepaalde daad. Het was de materialisering van een route die je had
afgelegd.

--
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet toegestaan zonder
* toestemming. <nettime-nl> is een gesloten en gemodereerde mailinglist
* over net-kritiek. Meer info: list@dds.nl met 'info nettime-nl' in de
* tekst v/d email. Archief: http://www.factory.org/nettime-nl. Contact:
* nettime-nl-owner@dds.nl. Int. editie: http://www.desk.nl/~nettime.