Patrice Riemens on Tue, 25 May 2010 12:37:58 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] Andre Gorz: Hun milieubewustzijn - en de onze.


Hoi nl-nettimers,

Deze oude text van Andre Gorz, opnieuw uitgebracht door Le Monde
Diplomatique in april 2010 vond ik erg inspirerend bij eerste lezing en
dacht toen: ik vertaal het even. Bij vertaling bleek hij ietsje
meer gedateerd dan ik dacht, maar ala (vertalen betekent natuurlijk veel
strakker lezen...)

Commentaar welkom!

.............................................


Andre Gorz: Hun milieubewustzijn - en de onze.

(Andre Gorz, visionair als hij was, had al in deze uit 1974 daterende text
voorspeld dat het milieu als thema ingepalmd ging worden door bankiers en
industrieelen, oftewel door het capitalisme. -LMD)


Als je het over milieubewustzijn hebt gaat het in het begin precies zoals
indertijd met het algemeen kiesrecht of de vrije zondag: alle gegoede
burgers en aanhangers van de bestaande orde betichten je ervan hun
ondergang te willen, en tevens het triomf van anarchie en waanzin. Om
vervolgens, als de druk van onderop niet meer tegen te houden is, je te
gunnen wat ze je daarvoor hardnekkig wilden onthouden. En dan verandert er
in wezen helemaal niets.

Veel bedrijfseigenaren hebben nog steeds niet veel op met het milieu. Maar
er zijn nu al genoeg bezitters die daar anders over denken om de omhelzing
van het milieu door het groot capitaal op korte termijn te kunnen
voorspellen.

Derhalve is het misschien beter om nu al klare wijn te schenken: strijden
voor het milieu is geen doel op zich, maar een etape op de weg [naar een
andere maatschappij]. Milieubewustzijn kan het capitalisme het leven een
beetje moeilijk maken en het tot veranderingen dwingen. Maar wanneer het
het milieu zal omarmen - na  lang gedraal en gedraaid - omdat het domweg
niet anders kan, zal het deze als factor in zijn functioneren integreren
op precies dezelfde manier zoals het met alle andere productie-factoren
gedaan heeft.

Daarom moeten we ons heel duidelijk de vraag stellen: wat willen wij
eigenlijk? Willen wij een capitalisme dat zich  aanpast aan de grenzen die
het milieu stelt, of willen wij een economische, sociale en culturele
revolutie die een einde maakt aan de grenzen die het capitalisme ons stelt?
En zodoende nieuwe verhoudingen tussen de mensen en gemeenschappen, het
milieu en de natuurlijke omgeving in het leven roepen? Met andere woorden:
willen wij hervorming of willen wij omwenteling - reformisme of revolutie?

En ga alsjebielft niet antwoorden dat deze vraag van ondergeschikt belang
is, en dat wat nu telt, is ervoor te zorgen dat de planeet hoe dan ook
niet definitief door vervuiling onderbewoonbaar wordt. Dit simpelweg
omdat overleven ook al geen doel op zich is: is het de moeiete waard ,
zoals Ivan Illich het stelt, "om te overleven in een wereld dat een mega
ziekenhuis, een mega school en een mega gevangenis is geworden, waar het
enige doel van de 'zielsingenieurs' zal zijn om de mensen zo aan te passen
dat zij deze vreselijke omstandigheden aankunnen...?"
(...)

Het ware dus beter om van meet af aan duidelijk te zijn over het _waarom_
van de strijd, en niet alleen over het _waartegen_ . Daarbij moeten wij
proberen te doorgronden hoe het capitalisme beinvloedt gaat worden door
het milieu-denken en erdoor zal veranderen - in plaats van te geloven dat
de grenzen die het milieu stelt automatisch zijn einde zullen betekenen.


Maar, om te beginnen, wat is de betekenis van de zin "de grenzen
die het milieu stelt"?  Om het voorbeeld van de giga chemische
complexen in het Rijn-beken te nemen: Ludwigshafen (BASF), Leverkussen
(Bayer), Rotterdam (Akzo), dan zien wij het volgende:

Ieder van deze complexen combineert de volgende productiefactoren:

- natuurlijke hulpbronnen (lucht, water, ertsen), die tot nog toe als
kostenloos werden beschouwd omdat ze niet vervangen hoefden te worden.

- productiemiddellen (machines en gebouwen) die het vaste capitaal vormen,
en die door gebruik op en of stuk raken en vervangen moeten worden, als
het even kan door nog grotere en efficientere gebouwen en machines zodat
de bezittende firma in de concurentie een slag voor blijft.

- menselijke arbeidskracht, die ook 'gereproduceerd' moet worden (ze moet
namelijk gevoed, verzorgd, gehuisvest, vervoerd, en onderwezen worden)

In een capitalistische economie is het de combinatie van deze factoren die
binnen het productieproces als voornaamste doel het behalen van de
maximale winst heeft (hetgeen voor een firma die vooruit wil ook betekent:
maximum macht, en dus maximale investeringen, en een zo sterk mogelijke
positie op de wereldmarkt). Deze winstmaximalisatie als doel legt
uiteraard een zware stempel op de wijze waarop al deze verschillende
factoren met elkaar gecombineerd worden en aan het belang dat aan elk
wordt toegekend.

En zo zal een bedrijf zich bijvoorbeeld nooit afvragen hoe het werk zo
aangenaam mogelijk te maken, of hoe de natuurlijke en de leefomgeving zo
goed mogelijk in stand gehouden kunnen worden. Ervoor te zorgen dat haar
producten ten dienste staan aan de doelen die menselijke gemeenschappen
zich gesteld hebben maakt niet echt deel uit van het bedrijfsagenda.
(...)

Maar nu is het zover dat, met name langs de Rijn, de dichtheid van de
bewoning en de mate waarin lucht en water vervuild zijn geraakt zo'n
omvang hebben aangenomen dat de chemische industrieen, om verder te kunnen
groeien, of zelfs alleen maar om gewoon te blijven draaien, hun
rookuitstoot en afwatering moeten gaan zuiveren, dat wil zeggen dat ze nu
omstandigheden en grondstoffen moeten re-produceren die tot voor kort als
vanzelfsprekend, kostenloos en onuitputtelijk werden beschouwd. Deze
noodzaak om de natuurlijke omgeving weer te herstellen heeft voor de hand
liggende konsekwenties: er moet in zuivering geinvesteerd worden, en dus
moet nog meer kapitaal vast gezet worden, en dan moeten de kosten van al
die zuiveringsinstallaties afgeschreven worden, en dat allemaal terwijl de
uitkomst van deze inspanningen ( te weten betrekkelijke zuivere lucht en
water) niet eens te gelde gemaakt kan worden.

Er vindt dus tegelijkertijd een uitdijing van zowel het geinvesteerd
kapitaal (zijn zg. 'organisch bestanddeel') als van de kosten van
productie en reproductie, en deze worden niet door een verhoging van de
verkoopcijfers
gecompenseerd. Er zijn dus twee mogelijkheden: de winstvoet daalt,
of de verkoopprijs van producten stijgt. Het laatste zal een bedrijf
uiteraard proberen door te voeren, maar makkelijk zal het niet gaan,
want alle andere vervuilende industrieen (cement, metaal, machines,
enzovoorts) zullen ook proberen de consument meer voor hun producten te
laten betalen. De door het milieu afgedwongen maatregelen zullen
uiteindelijk als resultaat hebben dat de prijzen sneller zullen stijgen
dan de reele lonen, de koopkracht van de nmassa zal dus krimpen en het zal
erop uitdraaien dat de kosten van de ontvuiling verhaald zullen worden op
het besteedbaar inkomen die de mensen in staat stelt om spullen te kopen.

De productie van deze goederen zal dus stagneren of zelfs dalen: met
recessie en crisis tot gevolg. En de deze daling van de productie die
onder een ander bestel gunstig zou zijn uitgepakt (minder auto's minder
lawaai, kortere werkdagen , enz.) zal nu geheel negatieve effecten hebben:
spullen waarvan de productie vervuilend is zullen luxe goederen worden die
de massa niet zal kunnen betalen, terwijl zij nog steeds toegankelijk
zullen zijn voor de geprivilegieerden. Ongelijkheid zal hierdoor toenemen:
de armen zullen relatief armer worden en de rijken rijker.

[[Hier merkte een lezer van LMD dat het laatste inderdaad is gebeurt, maar
dat Gorz de toenemende rol van (consumptie)krediet niet had zien aankomen.
Krediet heeft jarenlang het besteedbaar inkomen en het consumptiepeil hoog
gehouden terwijl het de prijsinflatie - met name van energie, diensten en
vermogensgoederenaan aan het zicht onttrok. Met de huidige financieele
krisis als uiteindelijke resultaat -PR]]

De milieu kosten zullen zodoende dezelfde sociale en economische
uitwerking hebben als de oliecrisis. En het capitalisme zal niet ten onder
gaan, maar integendeel zal het deze crisis 'beheren' op zijn welbekende
manier: sterke financieele instellingen zullen gebruik maken van de
problemen van zwakkere concurenten om deze voor een habbekrats op te kopen
en hun greep op de economie te vergroten. De staat zal zijn controle over
de maatschappij als geheel verscherpen: technocraten zullen uitreken wat
de zogenaamde 'optimale' grenswaarden van vervuiling en productie zijn,
zij zullen reglementen opstellen, en zij zullen het domein van de
'voorgeschreven levenswijzen' en dat van het repressie apparaat verder
oprekken.
(...)

Men zal wellicht willen opmerken dat een en ander onvermijdelijk is?
Misschien. Maar dat is dan ook precies wat staat te gebeuren als het
capitalisme met het milieu rekening zal moeten houden zonder dat er
tegelijk een _politieke_ intiatief gelanceerd wordt, op alle niveau's, die
het de wurggreep op het publieke handelen ontneemt en daar een ander
maatschappelijk en beschavingsproject tegenover stelt. Want over een ding
hebben de aanhangers van groei gelijk: onder de  _huidige_ omstandigheden
binnen de bestaande maatschappij  en de bestaande consumptiepatroon,
allebei gebaseerd  op ongelijkheid, privilege en de jacht naar de winst,
kunnen een stop aan de groei en negatieve groei alleen maar leiden tot
stagnatie, werkeloosheid en een groeinde kloof tussen arm en rijk. Binnen
het huidige productiemodel is het niet mogelijk om de groei te beperken of
een halt toe te roepen en tegelijkertijd de bestaande rijkdom eerlijker te
verdelen.

Zolang wij blijven redeneren binnen de kaders van een maatschappij
die op ongelijkheid gebaseerd is, zal groei voor de meerderheid van de
mensen de belofte inhouden dat ze niet veroordeeld zijn tot stilstand en
uitzichtloze mediocriteit, en dat ze ooit niet langer
'onder-gepriviligieerd' zullen zijn - hoe volstrekt illusoir dat ook moge
zijn. En dus is het niet zozeer de groei die men moet bevechten, maar de
waanbeelden die zij veroorzaakt, de dynamiek  van alsmaar grotere en
altijd weer onbevredigde behoeften waarop zij stoelt, en aan de
competitiedrift die zij in het leven roept door de individueen op te
peppen om zich 'boven' de anderen te verheffen. Het motto van deze
maatschappij zou wel kunnen luiden: " Wat goed voor allen is niets waard.
Jij zult alleen respect afdwingen als jij 'beter'- en meer bezit dan anderen.

Het is juist het omgekeerde dat wij moeten belijden om te kunnen breken
met de groei-ideologie: Slechts datgene is jou waard dat allen ten goede
komt. Slechts dat verdient het om geproduceerd te worden dat niemand boven
of onder een andere stelt. Wij kunnen best gellukkig zijn in een
maatschappij met minder rijkdom, want in een maatschappij zonder privileges
zijn er ook geen armen.


'Q&D' vertaald uit le Monde Diplomatique van april 2010.
door Patrice Riemens





______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).