Geert Lovink on Mon, 27 Aug 2007 14:37:07 +0200 (CEST)
|
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
[Nettime-nl] aart brouwer: de bovenbazen van het net
|
(voor wie de nederlandsche weekbladen deze zomer gemist heeft, een
lezenswaardig artikel van de xxx icann affaire. /geert)
http://www.groene.nl/2007/32/HET_BEHEER_VAN_WWW
met plaatjes:
http://www.frankwatching.com/archive/2007/08/08/de-bovenbazen-van-het-
net/
Macht zonder gezicht: de bovenbazen van het net
â HET BEHEER VAN WWW
Door Aart Brouwer
De webextensie xxx mocht er niet komen, hoewel xxx de succesvolste
extensie aller tijden zou worden. Waarom is het niet gebeurd? Profiel
van de ondoorgrondelijke wegen van de internetbeheerder, een van de
machtigste clubs ter aarde.
Even leek de internetextensie âxxxâ het grote nieuws van deze zomer te
worden. Was er een mooiere komkommer denkbaar dan een gevecht van
internationale pornoboeren tegen Amerikaanse tv-predikanten en morele
droogleggers in het Witte Huis en het Congres? Washington vindt dat de
lettercombinatie âxxxâ, die in de Angelsaksische wereld staat voor
alles wat met seks en pornografie te maken heeft, geen eigen domein op
het internet verdient, ook al dankt het medium aan deze branche een
aanzienlijk deel van zijn dagelijks verkeer. Diezelfde associaties
waren voor domeinnaamhandelaar en initiatiefnemer ICM Registry juist
aanleiding om er jarenlang voor te pleiten. âHet lijdt geen twijfel dat
âxxxâ de succesvolste extensie aller tijden wordtâ, herhaalt de
onvermoeibare Stuart Lawley, directeur van ICM Registry, aan de
telefoon zijn vaste riedel. âDat baseer ik op diepgaand onderzoek en
harde cijfers. Ik heb heel wat toezeggingen van bedrijven die graag
zestig dollar buitengewone registratiekosten willen betalen om een
automatisch kinderpornoalarm in de extensie in te bouwen.â
Hoeveel legale winst er uit een pornografische domeinnaam te halen
valt, blijkt uit het feit dat de domeinen porn.com en sex.com zijn
doorverkocht voor negen respectievelijk twaalf miljoen dollar. In de
illegale sfeer gaat het om nog veel meer geld. Dat blijkt wel uit het
jarenlange gevecht tussen de internetpooiers Stephen Michael Cohen en
Gary Kremen, die elkaar voor de rechter en op straat de eigendom van
.sex.com betwistten en daarbij gerechtelijke gijzelingen en moord niet
schuwden, totdat de rechter een schikking van 65 miljoen dollar ten
gunste van Cohen wees. Veel gevestigde seksexploitanten zijn niet
enthousiast over Lawleyâs initiatief: ze zijn bang dat ze straks van
hun .com-adres moeten verhuizen naar het .xxx-domein en te maken
krijgen met hoge verhuiskosten, klantenverlies en nieuwe
censuurmomenten.
Helaas voor hen kreeg Lawley vorige week zijn zin, en niet eens in een
spectaculair gevecht. Bij nadere bestudering van de stukken bleek dat
de extensie âxxxâ al in 2005 door internetbeheerder icann was
vrijgegeven, weliswaar onder strengere voorwaarden dan enige andere
extensie, maar wel met stilzwijgende instemming van de Amerikanen. Al
wat er van de affaire overbleef, was een discussie over technische en
juridische protocollen met een wel zeer laag âoh-la-laâ-gehalte,
gevoerd door lobbyisten en advocaten met bmwâs en pakken van
vierduizend dollar. Het feit dat de Amerikaanse staat bakzeil haalde in
het gevecht met een seksconglomeraat maakt echter wel duidelijk hoe
schimmig de handel in domeinnamen is.
De wegen van de icann zijn bijna ondoorgrondelijk en zelfs over het
karakter van de handelswaar bestaat onduidelijkheid. Formeel is een
domeinnaam niet meer dan een internetadres voor computers, mailservers
en webservers, vergelijkbaar met het aloude postadres van een bedrijf,
overheidsinstantie of woonhuis. Maar net als bij postadressen gaan er
achter schijnbaar onooglijke lettercombinaties grote economische,
politieke en zelfs ideologische belangen schuil. De werking van dit
internationale naamgevingsysteem, het Domain Name System (dns), is geen
sexy onderwerp, maar niettemin van groot belang voor de toekomst van
het internet.
Een domeinnaam bestaat uit verschillende delen, opgebouwd uit letters
en cijfers en van elkaar gescheiden door puntjes, waarbij elk deel
specifieke informatie over de geadresseerde bevat. Er zijn twee soorten
domeinextenties: extenties die de locatie van de geregistreerde
gebruiker aanduiden en extenties die de aard van de gebruiker
aanduiden. De betreffende extensie is tevens het hoogste niveau van de
domeinnaam, oftewel het Top Level Domain (tld). In de domeinnaam
www.groene.nl bijvoorbeeld is de extensie â.nlâ het tld, in dit geval
de aanduiding van het land waar de Groene-server gevestigd is. Zulke
domeinen die eindigen op een landencode heten âcountry code tldâsâ
(cctldâs). De cctldâs worden in westerse landen doorgaans beheerd door
een semi-onafhankelijke overheidsinstelling, zoals ten onzent de
Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (sidn). Als je de
domeinnaam www.groene.nl intikt, legt je browser eerst contact met een
zogeheten rootserver van sidn om in een tabel het IP-adres van de
bijbehorende computer te zoeken, en pas daarna met die computer zelf.
Hoewel het aantal landen in de wereld niet groeit, komen er steeds
nieuwe landextenties bij. Onlangs is â.eurâ aanvaard bij wijze van
virtuele erkenning van het verenigde Europa. In oktober wordt ook de
extensie â.asiaâ ingevoerd en in november begint een test met
zogenoemde Internationale Domeinnamen in Chinees, Arabisch en
Cyrillisch schrift die indirect naar de locatie verwijzen. Als de test
goed uitpakt, kunnen bijvoorbeeld Russische restaurants voortaan de
extensie âpectopahâ gebruiken. Een instelling kan ook kiezen voor een
zogeheten generieke tld, zoals â.comâ (voor commerciÃle bedrijven) of
â.orgâ (voor niet-commerciÃle instellingen), in vaktaal âgeneric tldâsâ
(gtldâs) geheten. Ook het aantal gtldâs groeit voortdurend om tegemoet
te komen aan snelgroeiende bedrijfstakken en nieuwe initiatieven van
(internationale) overheidsinstellingen, universiteiten et cetera.
Het verdelen en toewijzen van domeinen en IP-adressen is de
verantwoordelijkheid van de Internet Corporation for the Assignment of
Names and Numbers. De icann is een gemengd publiek/particulier bedrijf
van Amerikaanse oorsprong dat in 1998 door het Amerikaanse Congres werd
opgericht om het toezicht op het internet te internationaliseren.
Voorheen werd dat toezicht uitgeoefend door de Amerikaanse overheid om
de eenvoudige reden dat het internet een Amerikaanse uitvinding is, om
precies te zijn van de strategische denktank RAND Corporation.
rand-onderzoekers kregen in de jaren zestig de vraag voorgelegd hoe de
uitval van de binnenlandse communicatie na een nucleaire aanval op
Amerikaans grondgebied moest worden ondervangen. Antwoord: het
traditionele, hiÃrarchische communicatiestelsel met zijn
megatelefooncentrales en strategische zendmasten, databases en
computerclusters is te kwetsbaar en moet worden vervangen door een
âhorizontaalâ netwerk van telefoons en computers die altijd met elkaar
kunnen blijven communiceren, ook als een deel van het netwerk fysiek
wordt uitgeschakeld.
Omdat het internet zich intussen wereldwijd heeft ontplooid besloot het
Congres de controle âop afstandâ te zetten. De icann verdeelt nog
steeds domeinnamen en IP-nummers, maar het beheer van afzonderlijke
cctldâs wordt aan de betreffende landen overgelaten en de exploitatie
van de gtldâs wordt particulier uitbesteed. De bestuursleden en
voornaamste stafleden van de icann zijn afkomstig uit zes verschillende
westerse landen (waaronder Nederland) alsmede het Afrikaanse Niger,
maar dankzij een convenant behoudt het Amerikaanse Congres een flinke
vinger in de pap. Sinds kort klinken er protesten uit de Derde Wereld
tegen deze westerse dominantie binnen de icann. Die protesten zijn om
ten minste vier redenen onzinnig. De eerste is al genoemd: de
Amerikanen zijn de uitvinders en voornaamste gebruikers van het
internet, ze leveren de belangrijkste infrastructuur en hebben bewezen
verantwoordelijke beheerders te zijn. Als zij een zekere mate van
controle uit handen geven, is dat een gunst en geen verplichting.
Ten tweede legt de icann slechts de protocollaire basis voor
internetgebruik en dat is een praktijk zonder veel politieke impact,
terwijl het effectieve beheer door (of namens) nationale overheden en
particulieren wordt gedaan. Veel reden tot klagen over onderdrukking
van hun meningsvrijheid of economische bewegingsvrijheid door de icann
hebben de âslachtoffersâ dan ook niet. Ten derde bestaan de
protesterende overheden merendeels uit regimes die geen respect voor
politieke of economische vrijheid kennen en dus geen medezeggenschap
over het internet verdienen. En ten vierde: als pakweg de Libische
leider Moeammar Khadafi of de Togolese premier Faure Gnassingbà al het
recht zou hebben om over domeinnamen en gebruiksprotocollen mee te
praten, dan heeft hij daarvoor toch te weinig verstand van zaken.
De Amerikaanse icann-bestuurder George Sadowsky vatte de situatie in
een recente publicatie als volgt samen: âGezien de huidige staat van
onwetendheid omtrent het internet in internationale kringen ben ik
ervan overtuigd dat een internationalisering van de controle, vooral
als die via het VN-systeem plaatsvindt, een grote vergissing zou zijn.
Zowel de technische vernieuwing als de groei van de gebruikersinvloed
zouden er substantieel onder te lijden hebben, met name onder
gebruikers in de Derde Wereld die het internet nu juist nodig hebben om
informatiebarriÃres te doorbreken.â
Een belangrijker (want terecht) verwijt aan het adres van de icann is
dat de directie te veel de oren laat hangen naar de grote
marktpartijen. Die neiging trad in 2005 duidelijk aan het licht toen de
icann bij herhaling de grote Amerikaanse registratiefirma VeriSign
schandelijk bevoordeelde, onder meer op grond van beoordelingsrapporten
die door zakenpartners van VeriSign waren opgesteld. Anderzijds treedt
de icann veel te laks op tegen de vrije jongens die per maand 35
miljoen domeinnamen registreren en het overgrote deel gebruiken om spam
te verzenden en de aandacht van zoekmachines te trekken. Misschien is
dit het moment om eens wat meer en strenger te gaan reguleren: je moet
er niet aan denken hoeveel spam er loskomt wanneer Lawley zijn domein
opent.
 Aart Brouwer / De Groene Amsterdammer
______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).