Josephine Bosma on Mon, 6 Dec 2004 13:03:33 +0100 (CET)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] Recensie uit Trouw: Stasi vreesde het IKV


Vredesbeweging / Waarom de Stasi het IKV vreesde
door Gerbert van Loenen
2004-12-06

Naïef. Dat is het beeld dat veel Nederlanders nog steeds hebben
van de Nederlandse vredesbeweging uit de jaren tachtig. In
werkelijkheid heeft deze in het communistische Oost-Duitsland
een oppositie helpen ontstaan.

De Nederlandse vredesbeweging mocht zich in de jaren tachtig
verheugen in een grote belangstelling van het communistische
regime in Oost-Duitsland. Zo berichtten de agenten 'Kai' en
'Tulp', wier identiteit nog steeds onbekend is, de Oost-Duitse
geheime dienst Stasi uitgebreid over wat er gebeurde in
Nederlandse vredesgroepen.

Vooral voor het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) was de angst
in Oost-Berlijn groot. Samen met het concern Philips was het
IKV de enige Nederlandse organisatie die tot spionagedoel van
de communisten werd verklaard.

Terecht, want bij het ontstaan van oppositionele groepen in
Oost-Duitsland blijkt directe invloed van Nederlandse christenen
van wezenlijk belang te zijn geweest. Daarop besloot de Stasi
het IKV, en in mindere mate ook het kleinere Pax Christi, actief
te bestrijden. Tevergeefs, want de Oost-Duitse vredesgroepen
bleven, ondersteund vanuit de Nederlandse vredesbeweging, in
leven tot 1989, toen zij een rol speelden in het ontstaan van
massademonstraties tegen het communistische regime. Dat betoogt
de Utrechtse historica Beatrice de Graaf, die vandaag promoveert
op de banden van kerken en vredesbeweging in Nederland met de DDR
(het communistische Oost-Duitsland).

Aanvankelijk kwam de grote communistische belangstelling voor de
Nederlandse vredesbeweging voort uit hoop, ontdekte De Graaf in
de archieven van de Stasi. Anders dan in de rest van West-Europa
bestond de vredesbeweging in Nederland niet alleen uit linkse,
maar ook uit christelijke groeperingen. Zo was de regering van
Oost-Duitsland erg verheugd te merken dat de actiebeweging
Stop-de-Neutronenbom, een brede, door de Communistische Partij
Nederland opgezette actie tegen Navo-kernwapens eind jaren
zeventig, die financieel werd gesteund vanuit Oost-Berlijn, ook
op steun van de Nederlandse kerken mocht rekenen. Zo meenden de
communisten een ingang in de kerken te hebben gevonden om samen
de Navo-bewapening te bestrijden.

Maar al snel bleek het Oost-Duitse regime zich te hebben misrekend
en bleek het juist met de kerkelijke tak van de Nederlandse
vredesbeweging, dat wil zeggen het Interkerkelijk Vredesberaad
en Pax Christi, een paard van Troje te hebben binnengehaald. Want
het IKV en in mindere mate Pax Christi gingen het communistische
regime juist in eigen land bedreigen.

Het beeld van veel Nederlanders dat het IKV naïef was en met
Moskou heulde, klopt dan ook niet. Er waren zeker in de
Nederlandse vredesbeweging groepen die pro-communistisch waren
of geld ontvingen uit Moskou of Oost-Berlijn, zoals het al
genoemde Stop-de-neutronenbom en het kleine Christenen voor het
Socialisme. Maar de grootste organisaties in de vredesbeweging,
IKV en Pax Christi, waren allesbehalve naïef. Niet voor niets
werden zij dan ook door de regimes in het Oostblok begin jaren
tachtig in toenemende mate gevreesd en bestreden, omdat zij
contact legden met dissidenten in het oosten en streden voor
hun rechten.

Begin jaren tachtig begon het IKV onder secretaris Mient Jan
Faber de acties tegen kernwapens te verbreden tot een actie
voor vrede en vrijheid. Zonder respect voor de mensenrechten
kon er immers geen sprake van vrede zijn. Bovendien wilde het
IKV dat niet alleen politici in West-Europa, maar ook de
politici in het Oostblok door een onafhankelijke vredesbeweging
van de eigen burgers tot een eerste stap naar ontwapening zouden
worden opgeroepen.

Naïef, luidde de kritiek van veel Nederlanders toen. Hoe zouden
vredesbetogers in een communistische dictatuur ooit zoveel
oppositie kunnen voeren als in het vrije Nederland? VVD-kamerlid
Bolkestein schreef in 1982: ,,Zolang de sovjetregering niet zelf
het ideologische vijanddenken ter discussie stelt en alle door
haar opgeworpen barrières tussen de volkeren slecht, kunnen
kerkelijke vredesbewegingen hier niets anders doen dan preken
voor eigen parochie.''

In werkelijkheid, merkt Beatrice de Graaf op in haar onderzoek,
preekte het IKV onder leiding van Faber op dat moment allang ook
in Oost-Duitse parochies. Tot leedwezen van het communistische
regime daar waren de kerkelijke contacten tussen de DDR en
Nederland veel groter en dieper geworden dan verwacht. Juist
via de kerken bestond er intens contact tussen Nederlandse en
Oost-Duitse christenen. Dat leidde ertoe dat ook in de DDR een
onafhankelijke vredesbeweging ontkiemde.

In het Oostblok was dat toen zeer gewaagd. Volgens de
communistische leer was vrede immers het best gewaarborgd bij
het communisme, en dienden kernwapens in communistische hand dus
per definitie de vrede. Alleen Navo-raketten waren bedreigend,
vond de officiële, communistische vredesbeweging in de DDR.

Het IKV legde daarom liever contact met onafhankelijke
vredesgroepjes dan met de officiële Oost-Duitse vredesbeweging
van het regime. Die onafhankelijke vredesgroepjes ontstonden en
vonden bescherming binnen de protestantse kerken in Oost-Duitsland.

De Nederlandse invloed op het ontstaan daarvan, begin jaren
tachtig, is onmiskenbaar. Zo pleit in 1981 de Theologische
Studienabteilung, een denktank van de Oost-Duitse protestantse
kerken, voor eenzijdige ontwapeningsstappen naar Nederlands
voorbeeld. In juni 1981 verklaart de protestantse Weinbergsgemeente
in het Oost-Duitse Dresden zich geïnspireerd door de voorstellen
van de Nederlandse Hervormde Synode tot ontwapening. ,,Wij hebben
door de heldere uitspraak van onze Nederlandse medechristenen voor
de nucleaire ontwapening van Nederland de moed gevat ook van onze
zijde een helder getuigenis af te leggen en ondubbelzinnige
stappen te doen.'' De Oost-Duitse protestantse kerken, hoewel
onder nauw toezicht van het regime en vergeven van de spionnen,
blijken niet immuun voor de acties aan de basis. In november 1981
roept ook de synode van de regionale Kirchenprovinz Sachsen op
tot eenzijdige ontwapeningsstappen. Zoals het Nederlandse IKV
het Westen opriep om van nieuwe Navo-raketten af te zien, moest
in de DDR worden opgeroepen af te zien van Russische SS-20-raketten.

Het communistische regime reageerde scherp en trok de teugels
aan. De aanvankelijke hoop dat de Nederlandse vredesbeweging een
bruikbaar instrument in de strijd tegen de Navo zou blijken,
veranderde in het tegendeel. Vanaf 1982 mocht Mient Jan Faber
niet meer de DDR in, en het IKV werd een belangrijk spionagedoel
van de geheime dienst, ontdekte onderzoekster De Graaf in de
Stasi-archieven.

,,Een meter of drie'' aan dossiers, alleen al over Mient Jan
Faber: dat trof De Graaf aan in het Stasi-archief in Oost-Berlijn.
De rest van de Nederlandse vredesbeweging was de Stasi nog eens
zo'n vier meter aan dossiers waard.

De Oost-Duitse protestantse kerkleiding werd nu door de overheid
tot de orde geroepen. Maar Oost-Duitse dissidenten en
oppositionelen bleven onafhankelijke vredesacties houden. In
1983 waren er circa honderd onafhankelijke vredesgroepen actief
binnen de Oost-Duitse protestantse kerken. In dat jaar liepen
voor het eerst vredesactivisten, na een vredesgebed in de
Nikolaikerk in Leipzig, de straat op om te demonstreren.
Uiteraard werden zij direct opgepakt, maar de vredesbeweging
was niet meer helemaal te onderdrukken. Ook in 1989 gingen de,
nu tot massabetogingen tegen het regime uitgegroeide, protesten
uit van vredesgebeden in dezelfde kerk. Dit werpt een ander
licht op de in Nederland veelgehoorde mening dat de christelijke
vredesactivisten die in de jaren tachtig contact legden met
gelijkgezinden in de DDR naïef zouden zijn geweest.

Terwijl de Stasi het IKV als vijand ging beschouwen, raakte de
vredesbeweging in Nederland, waar in 1981 en 1983 grote betogingen
tegen kernraketten werden gehouden, langzaam over haar hoogtepunt
heen. De kort daarop ingeslagen nieuwe koers, meer aandacht voor
mensenrechten achter het IJzeren Gordijn, stuitte echter opnieuw
op verwijten aan de rechterkant van het politieke spectrum. In
NRC Handelsblad verweet columnist J.L. Heldring het IKV
hoogmoedigheid door zich zo te vereenzelvigen met Oost-Europese
dissidenten. ,,Heldring miskende echter dat (het Tsjechoslowaakse
- red.) Charta '77 en enkele Oost-Duitse dissidenten zelf een
beroep op het IKV hadden gedaan'', schrijft De Graaf.

Als in mei 1983 in West-Berlijn een officiële vredesconferentie
wordt gehouden waar geen onafhankelijke vredesactivisten uit de
communistische landen welkom zijn, gaan enkele  IKV'ers  en Pax
Christi-mensen naar de oostelijke helft van de stad en bezoeken
daar de woning van de Oost-Berlijnse dissidenten Ulrike en Gerd
Poppe. Daar beleggen zij een alternatieve vredesconferentie,
die niet alleen wapens in het westen, maar ook die in het oosten
als probleem beschouwt. ,,Voor de DDR-dissidenten ontstond een
volstrekt ongelooflijke situatie: de wereld verzamelde zich in
de achterkamers van dit anders zo afgeschermde land'', herinnert
Ulrike Poppe zich, nog steeds enthousiast.

Ook de Stasi vond het IKV trouwens allesbehalve naïef. Het IKV
leerde de Oost-Duitse vredesactivisten geweldloos verzet en gaf
ze rugdekking door in westerse media over hen te publiceren,
analyseerde de Stasi in 1983.

De contacten tussen IKV en Pax Christi enerzijds en Oost-Duitse
vredesgroepen anderzijds bleven, ondanks gestook van de Stasi
in Duitsland en Nederland, in stand.

In februari 1989 richten Faber en gelijkgezinden een
Oecumenisch Netwerk voor Vrede en Democratie in Europa op.
Hierbij speculeert Mient Jan Faber op het verdwijnen van de Muur.

Ter Laak van Pax Christi vond de Stasi nog gevaarlijker

,,Wie anders dan de kerken kunnen de grenzen openen'', zegt
Mient Jan Faber begin 1989. De meeste Europeanen zijn er dan
nog van overtuigd dat alles zal blijven zoals het is, maar een
halfjaar later valt de Muur in Berlijn.

Het IKV kreeg niet alleen van rechts Nederland verwijten. Want
terwijl het IKV uit die hoek kreeg te horen naïef te zijn,
klonk ter linkerzijde kritiek dat het IKV juist te fel, te
schoolmeesterachtig optrad. Dialoog met Oost-Europa, dat is
wat de linkse critici van Faber wilden. Het opkomen voor de
rechten van onafhankelijke vredesactivisten en andere
dissidenten in Oost-Europa moest aan die dialoog ondergeschikt
worden gemaakt, vonden deze critici van het IKV. En het was
vooral hier, onder linkse tegenstanders van Faber, dat de
Stasi kansen kreeg het IKV te beïnvloeden.

Bij generaal b.d. Michiel von Meijenfeldt bijvoorbeeld.
Behalve een van de 'generaals voor de vrede' in een gelijknamige,
door de DDR gefinancierde propagandafilm, was hij ook gereformeerd,
net als Faber. Binnen de gereformeerde kerken bestreed hij de
volgens hem te felle koers van Faber actief. In Oost-Berlijn,
waar Von Meijenfeldt zich enkele malen liet fêteren, zei de
generaal in gesprekken met functionarissen toe zich te zullen
inspannen om ,,de realistische krachten'' in het IKV te
versterken, zo las onderzoekster De Graaf in de Stasi-archieven.
Tijdens een bezoek aan Oost-Berlijn in december 1985 betoogde
Von Meijenfeldt dat het IKV voor de Nederlandse vredesbeweging
een blok aan het been was geworden, omdat het, zo schreef de
Stasi, ,,op geraffineerde wijze'' was gelukt het IKV een
,,anti-communistische richting'' te geven waarbij dissidenten
in het Oostblok werden ondersteund.

En bij Jan van Putten bijvoorbeeld. Deze gereformeerde
hoogleraar politicologie wilde eerst en vooral strijden tegen
kernwapens, en vond de koers van Faber verkeerd. Namens de
gereformeerde kerken afgevaardigd naar het IKV-bestuur, poogde
Van Putten het IKV te matigen. Met genoegen zag de Stasi de
koersstrijd die hierna binnen het IKV ontstond aan. ,,Die Kader
flippen aus'' (De functionarissen slaan op tilt), vernam de Stasi
van Dick Boer, een pro-communistische dominee van de Nederlandse
oecumenische Gemeente in (West-)Berlijn. In deze tijd van ruzie
in het IKV, december 1986, werd een geplande IKV-actie voor meer
reisvrijheid voor burgers in het Oostblok afgeblazen. De
tegenstanders van Faber boekten zo een overwinning. Kort daarop
vertelde Jan van Putten aan functionarissen in Oost-Berlijn dat
dit aan hem te danken was, zo las historica De Graaf in de
Stasi-archieven terug. Na een bezoek van een groep Nederlanders
rond Jan van Putten en Sienie Strikwerda, voormalig voorzitter
van het Komitee Kruisraketen Nee, aan de DDR in januari 1987,
was de Stasi hoopvol over ,,de bereikte successen'' tijdens
dit bezoek. Deze zullen ,,het proces van differentiëring
(Stasi-taal voor stoken - red.) binnen de leiding van het
IKV in Nederland positief beïnvloeden in de zin dat het zal
strijden voor een echt christelijk vredes engagement alsook
voor de vredespolitiek van de USSR, de DDR en de andere
socialistische landen.''

Ook kon de Stasi het IKV bestrijden door aan het regime
gelieerde instanties op kerkelijk gebied aan Nederlandse
journalisten uit te laten leggen wat er aan Faber niet zou
deugen. Zo beschrijft in december 1982 de journalist Ton
Crijnen in weekblad De Tijd, na een bezoek aan Oost-Berlijn,
'waarom Mient Jan Faber niet welkom is in de DDR'. Crijnen,
die tegenwoordig in dienst is van Trouw, baseerde zijn
berichtgeving in deze toenmalige krant op gesprekken met
officiële instanties in Oost-Duitsland, zoals de Friedensrat
der DDR. ,,Het IKV wil te veel'', concludeerde Crijnen.
,,De rol van de Nederlandse vredesbeweging lijkt in de DDR
vrijwel uitgespeeld.''

Een nog eenvoudiger manier om het IKV te bestrijden, was
het opstoken van de Nederlandse protestanten die
zustergemeenten in Oost-Duitsland bezochten. Met geen
enkel land onderhielden de Nederlandse protestantse kerken
in de jaren tachtig zulke intensieve banden als met
Oost-Duitsland. Zo hadden kort voor de val van de Muur zo'n
driehonderd kerkgemeenten -vaak tot op de dag van vandaag
voortgezette- banden met kerken in Oost-Duitsland. Hoewel
deze mensen uit dezelfde protestantse hoek kwamen, waren
de kerkelijke contacten minder politiek dan het IKV. Door
nu Nederlanders die al jarenlang medechristenen in de DDR
bezocht hadden opeens een visum te weigeren, kon het
DDR-regime vrij gemakkelijk zorgen dat vanuit de eigen
achterban kritiek op het IKV ontstond. Eind 1982, toen de
Stasi het IKV ging bestrijden, kwamen inderdaad tal van
klachten bij het IKV binnen, onder meer van de Hervormde
Jeugdraad, dat men geen visa meer kreeg. De achterban verweet
het IKV 'betweterij' in de omgang met de DDR. Dat de Stasi
haar informanten, onder meer binnen de Oost-Duitse kerken en
de officiële Friedensrat, opdracht had gegeven te stoken
tegen Faber, wist niemand.

Toch bleef het IKV op koers en werd aan de strijd voor
mensenrechten vastgehouden. Ook Pax Christi, de katholieke
zusterorganisatie, bleef deze koers volgen. Op basis van
links-katholieke informanten concludeerde de Stasi dat Pax
Christi-voorman Jan ter Laak nog gevaarlijker was dan zijn
medestrijder Faber. Waar Faber tenminste 'eerlijk' streed,
verborg Ter Laak zijn 'mes' achter zijn 'glimlachende
beroepsdiplomatie'.

,,Overziet men de contacten, dan was de directe beïnvloeding
van de Nederlandse vredesbeweging door het Oost-Duitse regime
alleen succesvol bij die groepen en personen die al sympathie
voor de communistische 'vredespolitiek' koesterden'',
schrijft De Graaf. Deze groepen, zoals Christenen voor het
Socialisme en de Nederlandse Oecumenische Gemeente in Berlijn,
waren klein. Na een bundeling van artikelen in Trouw onder de
kop: 'Wie zijn je vrienden in Oost-Europa?', waarin deze
clubs als collaborateurs werden neergezet, verloren zij
verder aan invloed in de vredesbeweging.

Uiteindelijk bleef het IKV op de lijn van Faber en steunde
het dissidenten in Oost-Duitsland. Nederlandse vredesactivisten
leverden zo een bijdrage aan de morele en politieke uitholling
van het communistische systeem, en daarmee indirect aan de
crisis van 1989 die de val van de Muur inluidde, stelt De
Graaf. Gerbert van Loenen

Het onderzoek van Beatrice de Graaf, 'Over de Muur. De DDR,
de Nederlandse kerken en de vredesbeweging' verschijnt bij
Boom. ISBN 9085060249, ¤29,50

______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).